Afbeelding
Foto: Koen Meijeringh

Gerards Coronakrabbels: Deel 34: Stok in m’n neus

Sport

(door Gerard Meijeringh)

Het coronavirus regeert. Dikwijls beseffen we nauwelijks wat we meemaken en verlangen we terug naar de goede tijden waarin we leefden als ‘God in Nederland’. Een periode die nog maar even achter ons ligt, maar toch zo ver weg lijkt. In de huidige moeilijke periode probeer ik wat verlichting te brengen met een reeks ‘Coronakrabbels’. Over alledaagse dingen in de wondere wereld waarin het coronavirus voorlopig nog steeds de dienst uitmaakt.

Het is woensdagmorgen wanneer ik zit te genieten van mijn laatste vakantiedag. Plotseling rinkelt mijn telefoon. Ik beantwoord het flipperkastgeluid met een druk op de groene toets. In mijn oor spreekt een mevrouw. "Goedemiddag, u spreekt met de GGD Limburg. U bent in contact geweest met iemand die positief is getest”, spreekt ze. Ik schrik even, maar blijf rustig. Maandenlang heb ik de illusie gehad dat ik tijdens de coronaperiode gevrijwaard kon blijven van een coronatest. Geen stok in m'n neus. Deze droom blijkt een zeepbel die onverwachts wordt doorgeprikt. Ik moet eraan geloven.

Een dag eerder bracht ik een kameraad met de auto naar het Limburgse Venray. Nooit had ik aan corona gedacht. Ik wilde hem gewoon wegbrengen. En hoe kan iemand het coronavirus oplopen als hij nauwelijks zijn huis uitkomt? Dat kan dus wel.

Ik bel even later met GGD IJsselland en leg de situatie uit. Ik word gewezen op de incubatietijd van het coronavirus. Ik mag me niet gelijk laten testen en moet vijf dagen wachten. Ik moet dus in quarantaine. Gelukkig kan ik thuis werken. Wel moet ik enkele interviews uitstellen. Vrijdag kan ik eindelijk een afspraak inplannen. Op zondagmorgen 9.30 uur gaat het gebeuren in de IJsselhallen in Zwolle.

Op deze bewuste zondag pak ik even na 9.00 uur mijn fiets. Enkele vogels fluiten. Herman Brood hoor ik in mijn gedachten de tekst ‘coming out of my nose' schreeuwen. Ik denk niet dat hij in 1978 doelde op een stok die uit een neusgat gaat, nadat de klus erop zit. Ik huiver. ‘Mannen zijn watjes', heb ik in mijn leven van veel vrouwen gehoord. Ik kan dat beamen. Ik bereik de IJsselhallen en maak een wandeling naar het juiste gedeelte. Vervolgens kan ik in de rij aansluiten.

Het is niet de enige rij. Links en rechts staan vele mensen (op ruime afstand van elkaar) die ook graag willen weten of ze positief of negatief zijn. Ik kijk me om heen. De omgeving is geestdodend. Mensen staren voor zich uit en wachten op hun beurt. Ze wachten op het onvermijdelijke wat komen gaat. Na een kwartier sta ik voor een stoplicht. Enkele minuten later springt het licht op groen, ik ben aan de beurt. Ik word begroet door twee alleraardigste dames. Ik kan mijn mondkapje afdoen en de behandeling kan beginnen. Toch wat gespannen zit ik in een stoel. Er gaat een wattenstaafje in mijn keel. "Dat viel heel erg mee”, zeg ik tegen een van de twee dames. Ze lacht en vraagt me vriendelijk om mijn hoofd wat achteruit te doen.

Vervolgens gaat de wattenstaaf (stok in de volksmond) mijn rechterneusgat in. Ik voel helemaal niets. "We gaan nog even iets verder”, zegt de vrouw, waarna ik een felle pijnscheut voel. Ik ervaar een heel onaangenaam gevoel, iets dat ik nog nooit heb gevoeld. Daarnaast trekt het in mijn hoofd. Ik ruk me los. De stok bungelt in m'n neus. Ik heb het gevoel dat er grote schade is aangericht. Ik voel iets stromen. Heb ik een bloedneus? Dat blijkt niet zo te zijn. Ik word vastgepakt en de stok wordt uit mijn neus gehaald. Een vreselijke gedachte speelt door m'n hoofd. Misschien moet die stok er nog wel een keer in. Dat blijkt niet het geval. "Het is klaar”, krijg ik te horen.

Opgelucht sta ik op. Ik wil zo snel mogelijk weg. Ik spreek mijn dank uit en verlaat de behandelruimte. De onbehaaglijke pijnscheuten in m'n neus zakken langzaam weg. Aan het einde van de middag voel ik niks meer. Ik ben geheel klachtenvrij. De volgende dag word ik gebeld door de GGD IJsselland. "U bent coronavrij, de uitslag was negatief", luidt de boodschap van een GGD-medewerker. Ik slaak een zucht van verlichting en spreek de hoop uit dat een tweede test mij bespaard blijft in coronatijd.

Gerard Meijeringh