Afbeelding
Foto: Koen Meijeringh

Gerards Coronakrabbels: Deel 40: Draadje

Sport

Het coronavirus regeert. Dikwijls beseffen we nauwelijks wat we meemaken en verlangen we terug naar de goede tijden waarin we leefden als ‘God in Nederland’. Een periode die nog maar even achter ons ligt, maar toch zo ver weg lijkt. In de huidige moeilijke periode probeer ik wat verlichting te brengen met een reeks ‘Coronakrabbels’. Over alledaagse dingen in de wondere wereld waarin het coronavirus voorlopig nog steeds de dienst uitmaakt.

Ik zit op de bank en baal. Het is enkele minuten nadat een van mijn favoriete voetbalclubs een tik heeft gekregen. Liverpool gaat met 3-1 onderuit bij Real Madrid. Ik moet even bijkomen en heb geen zin in de nabeschouwing. Ook zit ik absoluut niet te wachten op het geneuzel over corona of de moeizame kabinetsformatie bij een van de praatprogramma’s. Resoluut druk ik de televisie uit.

Ik kijk op Twitter of er iets te beleven valt. Ik zie het gezicht van mijn collega Enrico Kolk. “Mijn eerste draadje’’, twittert hij triomfantelijk. Enrico heeft net een serie tweets de lucht ingegooid over het formatieproces. Ze horen bij elkaar, een draadje noem je dat tegenwoordig.

Bij mij roept het woord andere associaties op. Mijn slechte humeur verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ik denk aan mijn eigen Draadje (uit respect schrijf ik Draadje met een hoofdletter). Ik zie mezelf liggen in mijn comfortabele Draadje in een bungalowtent. Ik denk aan wilde feesten op waterpolotoernooien en vakanties in verre oorden en dichterbij huis. Ik mocht het samen met m’n Draadje allemaal meemaken in een tijd dat nog nooit iemand van het coronavirus had gehoord. Draadje? Ja, Draadje. Mijn slaapzak. “Mijn eerste draadje was een slaapzak”, typ ik gevat op Twitter. “Door veelvuldig gebruik tot op de draad versleten.” Het is het begin van een portie slap ouwehoeren in coronatijd. “Heb je wel weer een nieuwe dan?”, reageert mijn collega. Ik moet lachen. Draadje is al lang niet meer en verschillende keren per jaar heb ik toch een slaapzak nodig. Daarom ben ik sinds het heengaan van Draadje in verschillende andere slaapzakken gekropen.

Het moet ergens achterin de jaren tachtig zijn geweest dat Draadje en ik elkaar kruisten. Ik had een slaapzak nodig. “Neem deze maar mee”, zei mijn moeder. Het was niet bepaald liefde op het eerste gezicht. Draadje was niet moeders mooiste. Grote afbeeldingen van verschillende bloemen ontsierden de slaapzak. Maar langzamerhand werd de slaapzak mooi van lelijkheid. Zoals sommige vrouwen die er steeds mooier beginnen uit te zien na steeds meer alcoholische versnaperingen.

Draadje maakte steeds meer overuren. Dat bleef niet zonder gevolgen. De gaten en scheuren begonnen erin te vallen, maar ik was eraan gehecht. Vervolgens bedacht een kameraad een passende naam. ‘Draadje’. Het werd een soort geuzennaam. Lange tijd ging het goed. Totdat het echt niet meer kon. De scheuren waren te groot, de rits was kapot. Draadje was uitgeleefd. Het was over. Mijn moeder ontmantelde de slaapzak. Draadje ging verder als poetslap tot het helemaal voorbij was. Daarna ben ik het spoor bijster geraakt. Ik vermoed dat mijn moeder de verschillende draadjes van Draadje in de vuilnisbak heeft gedeponeerd, waarna mijn slaapzak definitief zijn waterloo heeft gevonden bij een afvalbedrijf.

Ik keer terug naar Twitter. “Ik vraag me af of Rutte wel eens in een draadje heeft gelegen”, stuur ik naar m’n collega. “Daar komt ie toch niet mee voor de draad”, is het gevatte antwoord. “Misschien is dat z’n redding als hij dat wel doet”, reageer ik. “Het blijft een dun, zijden draadje”, besluit Enrico de conversatie. In deze coronatijd lijkt het soms wel of iedereen aan een zijden draadje hangt, gezien de strenge regels. Maar het is ook een kwestie van balans. Wanneer ga je versoepelen, zonder dat het draadje knapt en de ziekenhuizen de zorg niet meer aan kunnen? Maar het begint allemaal wel heel lang te duren en het tempo van vaccineren ligt soms lager dan het baltempo van het Walking Footbalteam van IJVV. Het blijft lastig manoeuvreren in coronatijd. Maar in tegenstelling tot mijn oude slaapzak moet het draadje toch langzamerhand dikker worden. Toch?




Gerard Meijeringh