De Brandaris ligt in de winter doorgaans in Genemuiden
De Brandaris ligt in de winter doorgaans in Genemuiden Foto: Enrico Kolk

Het is erop of eronder voor driemaster Brandaris

Algemeen

GENEMUIDEN - De driemaster De Brandaris, een topzeilschoener uit 1905 is ‘een parel’ uit de oer-Hollandse Bruine Vloot, schrijft de provincie Overijssel. “Een vloot die het achterliggende jaar kraakte onder de coronacrisis. Want hoe hou je het hoofd boven water, als je geen groepen meer aan boord mag ontvangen, en er geen geld meer binnenkomt?”

Giel Timmerman en Johannes Mateboer zijn de eigenaren van het schip, dat de winter doorgaans in Genemuiden doorbrengt. Vorig jaar zomer maakten ze welgeteld vijf tochtjes, waarvan ook nog eens twee voor het goede doel. De omzet stokte. Maar klagen doen ze niet.  “Wij hebben het geluk dat we het schip zelf gefinancierd hebben. Schippers die met zware hypotheekverplichting zitten nu heel moeilijk”, zegt Timmerman in een interview met de provincie. “Niet varen is geen geld en géén onderhoud. De keuringen en werfkosten gaan gewoon door. Behalve de masten-, tuigage, gas- en elektriciteitskeuring moet eens in de vier jaar de bodemdikte van het schip gemeten. Die kosten liegen er niet om, tienduizend euro ben je zomaar kwijt.” Veel schippers zochten dan ook hun heil in baantjes op de vaste wal, om wat te verdienen.

Vorig jaar juni al gaven de schippers van de historische schepen een alarmsignaal af, door massaal voor het eiland Pampus aan te leggen. Een imposant gezicht, als schreeuw om hulp. Staatssecretaris Mona Keijzer richtte een noodfonds in – maar de toegezegde 15 miljoen bleef nog uit. Er kwam wel wat financiële hulp. Timmerman: “Een tegemoetkoming in de vaste lasten en een eenmalige uitkering. En een bijdrage in de loonkosten voor mensen in vaste dienst. Wij hadden nét vorig jaar voor het eerst een schipper en matroos aangenomen. Gelukkig hebben zij inmiddels een andere baan gevonden.” 

Andere schippers gooiden het roer om. Zoals de bark Summertime, die vorige zomer toch nog kon blijven zeilen door iets nieuws te verzinnen; eilandhoppen op individuele basis. Voor De Brandaris is het afwachten. De boekingen die nu binnenkomen gaan op basis van garantie. Voor afgezegde boekingen van vorig jaar werden vouchers uitgereikt.

Alle hoop voor deze zomer was gericht op de verruiming van de coronamaatregelen. “Eigenlijk verwachten we een enorme toeloop van boekingen straks. Want het blijft natuurlijk fantastisch, een vakantie in eigen land, op zo’n schip. De vrijheid en de stilte van het zeilen, van haven naar haven, de Wadden, het IJsselmeer of een tochtje naar Amsterdam – iets mooiers kun je toch niet bedenken met je gezin, je familie of vriendengroep?”, vertelt Mateboer. De échte gevolgen van de crisis moeten zich nog laten zien, denken de schippers. Of er schepen bankroet gaan – die schade zal pas later blijken.

De provincie Overijssel doet samen met Flevoland en Friesland een onderzoek naar de haalbaarheid van een investeringsfonds voor de Bruine Vloot. Zo’n fonds zou het schippers makkelijker moeten maken om investeringen te doen, waar ze bij de reguliere banken bot vangen. Gedeputeerde Eddy van Hijum vindt dat de Bruine Vloot op de Werelderfgoedlijst van Unesco moet komen. “Erkenning van de vloot kan bescherming opleveren, maar ook de commerciële positie van schippers verstevigen. Dat is nodig als we de vloot willen behouden en beter willen beschermen.”

Enrico Kolk