Er staan ook zonneparken gepland.
Er staan ook zonneparken gepland. Foto: Shutterstock

Wethouder Harrie Rietman wil vooral de tijd nemen voor de plannen voor wind- en zonenergie

(door Enrico Kolk)

ZWARTEWATERLAND - “Ik wil niet in de klem zitten.” Wethouder Harrie Rietman is duidelijk, donderdagavond in de raadsvergadering. Hij wil vooral de tijd krijgen om de energietransitie vorm en inhoud te geven.

Dat werkt met een Regionale Energie Strategie (RES). Voor de 1.0 versie daarvan moet de gemeente op 1 juni aangeven waar er wat moet komen. “Desnoods zetten we er maar in dat we vastgesteld hebben waar wij onze opgave willen realiseren, maar niet de exacte plekken”, merkt Rietman op. De opgave is al eerder beklonken: Vier of vijf windmolens, vijftig hectare aan zonnevelden, een energiebesparing van 465 Terra Joule en tachtigduizend zonnepanelen op grotere daken.

Daarin bestaat nog wel de oplossing om te schuiven, en daar ziet John Smits (VVD) nog wel wat in. Hij pleit voor het, in zijn bewoording, ‘tegengaan van landschappelijke vervuiling op land, lucht en zee’. “Als waterstof een reële optie is, dan kan dat via het aardgasnetwerk dat er al ligt”, oppert hij. En als dat niet wat wordt, moet de gemeente dan niet eens denken aan kernenergie?

Verschillende raadsleden zien graag een goed overleg en goede afstemming met de buurgemeenten, temeer daar de zoekgebieden voor windmolens en zonneparken ook vooral tegen de gemeentegrenzen liggen. “We volgen de landelijke trend”, concludeert Klaas Eenkhoorn (PvdA). “Zo ver mogelijk van de kernen, met de gedachte om de tegenstand te beperken.”

Maar is aan de inwoners al gevraagd waar ze windmolens en zonnepanelen willen hebben? Die vraag legt Martijn Riezebosch van het CDA op tafel. “Wat wij van deze gebieden vinden, is niet zo interessant. Het is meer wat de bewoners ervan vinden. Kunnen er nog zoekgebieden toegevoegd worden?”

Roel Withaar van Gemeentebelangen is bij lange na niet overtuigd van de noodzaak. “Het is een hele ingreep in het buitengebied, waar lang niet iedereen gelukkig en blij mee is. Waarom moet in Nederland zoveel haast gemaakt worden met energietransitie? Denkt men in Den Haag dat Nederland in staat is klimaatverandering tegen te houden?”

Kira Fijn van BGZ denkt daar anders over. “Vraagt de tijd niet dat er nu al concretere stappen genomen moeten worden?”, stelt ze retorisch. Ze vraagt om een tijdlijn van wat er wanneer en hoe uitgevoerd gaat worden.

Marc Ooms (ChristenUnie) merkt op dat 2020 in de top twee van warmste jaren staat ‘sinds we ooit het weer zijn gaan meten’. “Dat is een symbool dat klimaatverandering een feit is. En dat zorgt voor reden om ons losser te maken van fossiele brandstoffen.”

Alfred Beens van de SGP sluit zich daarbij aan. “We hebben de opdracht om de aarde te bebouwen en te bewaren. We moeten er dus geen roofbouw op plegen.” Maar om nou te zeggen dat er vijftig hectare aan landbouwgrond opgeofferd moet worden voor zonneparken, dat is nog niet helemaal hoe hij het graag ziet. “Waarom worden de beschikbare daken van bedrijven niet gebruikt en kostbare landbouwgrond wel?”

Wethouder Rietman reageert dat de zoekgebieden eigenlijk helemaal geen zoekgebieden zijn. “Het zijn de gebieden die overblijven wanneer we de Natura2000-gebieden en het Nationaal Landschap uitsluiten. Dit kan de indruk wekken dat het al beklonken is, maar dat is niet het geval.”

De raad spreekt, hoewel daar lang niet altijd veel van te merken is, uiteindelijk over de communicatie- en participatiestrategie voor energietransitie in de komende periode. “We gaan de mensen opzoeken, dat zal digitaal moeten”, vertelt Rietman er dan maar uit eigen beweging over. “We gaan niet de vraag stellen of er wat moet gebeuren, maar hoe en waar.”

Hij is optimistisch over de mate van bevolking die mee wil denken. “We gaan een aantal tafels beleggen, digitaal, met doelgroepen. En ik hoop dat er zoveel jeugdigen zijn, dat we een of meerdere tafels daarmee kunnen beleggen.” Wel heeft de gemeente daar tijd voor nodig. "We willen tijd voor dit gesprek. En als we meer tijd nodig hebben, dan hebben we meer tijd nodig.” Want dat er tegenstand komt, dat gelooft hij. "Je hoort mij niet zeggen dat zonneparken en windmolen geen landschappelijk effect hebben. Dat betekent dat we dat slim moeten inpassen en het effect minimaliseren.”

En verder krijgt elke inwoner de mogelijkheid aan te geven wat ‘ie ervan denkt. "Ik zou geen goed gevoel hebben bij 300 mensen die meedenken”, stelt hij. "Ik hoop dat Zwartewaterland zich laat uitdagen om mee te doen. En ik sta ook bij 500 niet te juichen, maar dan begint het er wel op te lijken.”