Jenine (l) en Marise (r).
Jenine (l) en Marise (r). Foto: Enrico Kolk

Jong zijn in coronatijd: Jenine en Marise (13)

(door Enrico Kolk)

In deze rubriek vragen wij jongeren hoe ze omgaan met de coronamaatregelen en wat de impact daarvan is op hun dagelijkse leven. Vandaag deel 5: Jenine Kompanje en Marise de Leeuw (beide 13 jaar) uit Hasselt.

Het leven is er een stuk saaier op geworden, vinden Jenine en Marise. “Ik vind het niet echt spannend”, zegt Marise. “Het duurt nu te lang”, vindt Jenine.

Eigenlijk willen ze allebei wel graag weer naar school. “Ik mis m’n vriendinnen”, vertelt Marise. “Gelukkig woont Jenine dichtbij.” Ook in tijden van onlineles is dat soms een uitkomst. “We hebben ook wel samen onlineles gevolgd”, zegt Jenine.

Online is in coronatijd misschien wel het kernwoord. Jenine: “We hebben weleens afgesproken via Google Meet. We zitten liever bij elkaar, maar als het niet anders kan, dan is dit ook een oplossing.”

Zelfs hobby’s, zoals handletteren, kunnen de vriendinnen online samendoen. “We zetten dan de camera aan, we pakken de handletterspullen en laten dan aan elkaar zien wat we maken”, legt Marise uit. “En soms doen er ook wel wat anders dan handletteren.”

Ik ben misschien wel iets gezakt in mijn blijheid

Beide vriendinnen zijn muzikaal. Marise speelt dwarsfluit bij Irene en Jenine speelt bugel bij Hasselts Fanfare. Beide hebben nu ook online muziekles. Maar toch spelen ze liever weer in groepsverband. “Ik wil graag weer met de fanfare spelen”, zegt Jenine. “En ik graag weer in een jeugdorkest, want dat is toch beter dan alleen met een docent”, vult Marise aan.

Online samen spelen, dat blijkt nog niet zo succesvol. “We hebben dat in de eerste lockdown wel gedaan”, vertelt Jenine. Marise: “Dat was wel uitpuzzelen, want bugel en dwarsfluit klonk niet bij elkaar. En het tempo was niet helemaal gelijk.”

Nu zijn ze bijna de hele dag online. Tussen en na de lessen is er tijd om even naar buiten te gaan. “We maken ‘s avonds vaak samen een ommetje”, merkt Marise op. “Maar ik zit nu wel meer op m’n scherm dan normaal. En ook meer op YouTube.”

Het liefst zouden ze willen dat morgen alles weer normaal zou worden. “Ik had nooit gedacht dat het ooit zo zou gaan”, vertelt Jenine, die samen met Marise in de tweede klas van het voortgezet onderwijs zit. Hun eerste jaar daar verliep al raar, toen de scholen na een halfjaar dichtgingen.
“Toen corona in China was, zei een ander meisje dat het niet hier zou komen en de scholen nooit dicht zouden gaan”, blikt Marise terug. “Ik had het dus ook totaal niet verwacht, maar twee weken later was het wel zo. En toen hoopte ik nog dat het niet langer zou duren.”

Inmiddels duurt de coronatijd al bijna een jaar. “Het is superlang geleden dat we met de familie bij elkaar geweest”, zegt Marise. “Nu zie je elkaar nauwelijks. Wij gaan soms naar Zeeland naar onze opa en oma, maar dat kan nu ook niet want dan ben je niet op tijd thuis.”

Toch is daar een oplossing voor: videobellen met opa en oma. “Maar ik zie ze veel liever in het echt.” Ook Jenine appt en videobelt met haar grootouders. “Ik zie ze liever in het echt, maar het kan nu niet anders. Dan is dit toch beter dan dat je ze echt niet ziet.”

De coronatijd heeft ze wel aan het denken gezet. “Voor corona was alles wat ik deed een gewoonte, zoals naar mensen toe, naar de kerk en naar school. Daar dacht je niet over na”, zegt Marise.

“Nu zit je thuis en wil je supergraag naar school, kerk en familie.” Niet dat ze er meteen somber van zijn geworden “Ik ben misschien wel iets gezakt in mijn blijheid, maar echt somber ben ik niet. Ik word er wel zat van.”

Ook Jenine hoopt dat het niet al te lang meer duurt. Misschien dat het leven dan weer wat spannender wordt. “We maken nu niet zoveel mee.”