Afbeelding
Archieffoto

Erik in het archief:
Burgemeesters ruziën over de ramp voor de ramp

Erik Driessen duikt vanaf nu wekelijks voor De Stadskoerier in de archieven. Dit is het tweede artikel uit een serie historische verhalen.

Het Zwarte Water geeft en het Zwarte Water neemt. Bij het Veerhoofd van Genemuiden herinnert een maquette aan de ramp van 8 maart 1922. Elf mensen overleven in een ziedende storm een overtocht met de pont niet. Veel minder bekend is een twaalf jaar oudere tragedie op het Zwarte Water. Twee Genemuidenaren komen om, twee anderen komen met de schrik vrij. Burgemeesters rollen in de media over elkaar heen.

In de zomer van 1910 bestaat de Noordoostpolder alleen in de hoofden van geleerde Nederlanders. Genemuiden ligt nog aan de Zuiderzee. Over dat water varen onder meer passagiersboten van Amsterdam naar Meppel en Steenwijk. De overtocht over de binnenzee duurt zes tot zeven uur. Op het Zwarte Water stopt het stoomschip en haalt de veerman mensen met bestemming Genemuiden met een roeiboot van boord.

Dat gaat eind juli gruwelijk mis. Niet de veerman, maar Genemuidenaar Visscher roeit het Zwarte Water op naar de Meppel lll en het stoomschip richting Steenwijk. Hij maakt de roeiboot vast aan het Steenwijker schip, vier passagiers stappen over.

Het commando ‘volle kracht vooruit’ van de Meppeler kapitein luidt de tragedie in. Het roeibootje met de Genemuidenaren maakt water en slaat om. Visserman Vinke ziet het gebeuren en pikt twee mannen op. Een vrouw en haar 11-jarige nichtje zijn spoorloos. Zij komen om in het Zwarte Water.

Buiten rouw in Genemuiden ontstaat de volgende dagen een stevige discussie in de Zwolsche Courant. Burgemeester Hendrik Reinold Jonkers van Numansdorp schrijft een fel stuk. Hij, geboren in Genemuiden als zoon van notaris Jonkers, heeft ‘met deernis en grote belangstelling’ gelezen over de tragedie.

Hoe kan men van zo’n man zeggen dat hij roekeloos en onvoorzichtig is?

Jonkers had die min of meer voorspeld, schrijft hij. Toevallig komt hij binnenkort op familiebezoek in Genemuiden en hij had zijn moeder al bericht dat hij in Zwartsluis van boord stapt. De roeiboot vindt hij te gevaarlijk. Jonkers vraagt wanneer de directie van de Drentsche Stoomboot Maatschappij en het gemeentebestuur ‘eindelijk’ besluiten dat het stoomschip aan het Veerhoofd mag aanleggen. “Nu het al jaren gedreigde ongeluk. Eindelijk wordt die put ook eens gedempt?”

Burgemeester Van Vleuten van Genemuiden reageert een paar dagen later als door de bekende adder gebeten. “Het komt mij voor dat de heer J. beter had gehandeld, meer collegiaal zou zijn geweest, indien door hem bedoeld droevig ongeval met mij ware besproken”, begint Van Vleuten.

Volgens hem zijn er nooit signalen geweest over gevaarlijke situaties met de roeiboot. In dertien jaar burgemeesterschap heeft hij geen ernstige ongelukken meegemaakt.

Hij wijst er ook op dat dit keer niet de roeiboot van de veerman is gebruikt. Plannen voor het aanleggen van het stoomschip aan het Veerhoofd kent hij ook niet. “Ongemotiveerd en allerminst vleiend voor de ingezetenen der geboorteplaats van den heer Jonkers”, betitelt Van Vleuten het stuk. Hij heeft ‘geen lust’ om op ‘eventuele verdere beschouwingen van den heer J. in te gaan.'

In september moet de 47-jarige kapitein R. van het Meppeler stoomschip zich verantwoorden voor de rechter. Dertien getuigen zijn het in een urenlange zitting niet met elkaar eens. Volgens Veerman Timmerman staat de Meppeler bekend als ‘een onvoorzichtig kapitein’. Visser Vinke zag dat het schip veel te snel voer. Het Openbaar Ministerie concludeert dat er eerder sprake is van ‘opzet’ dan ‘schuld’.

De kapitein legt de schuld bij anderen. Hij had gemeld dat de roeiboot aan zijn schip moest aanleggen, terwijl Visscher koos voor het Steenwijker schip waardoor hij zelf het roeibootje niet meer kon zien. Volgens passagiers stonden de Genemuidenaren ook veel te ver voorin het bootje. De advocaat wijst erop dat R. al negen jaar kapitein is en nooit bij een ongeluk betrokken was. “Hoe kan men van zo’n man zeggen dat hij roekeloos en onvoorzichtig is?”, stelt de advocaat een retorische vraag.

Dat vindt de rechter blijkbaar ook. Acht dagen later volgt vrijspraak voor de kapitein.