Afbeelding
Foto: Erik Driessen

Het tuinpad van mijn vader (6):
Zwanenstrijd en terrorist met andere gedachten

Erik Driessen beschrijft in de rubriek Het tuinpad van mijn vader (uit Het Dorp van Wim Sonneveld) wonderschone en spuuglelijke plekken in Zwartewaterland. Hij struint door Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis op zoek naar jeugdherinneringen en bijzondere geschiedenissen.

“Loonzakjes zaten echt geen heel weekeinde in de rekjes in de fabriek. Dat waren klokkaarten”, wees een voormalig medewerkster van Edel Tapijt mij naar aanleiding van het vorige Tuinpad terecht op de feiten. Ik denk aan haar appje als ik over de bochtige Hasselterdijk rijd.

Het is meteen weer zo’n naam waarover je ingezonden brieven kunt verwachten. Op Google Maps staat de slingerdijk als ‘Cellemuiden’ op de kaart, in een historisch stuk heet de dijk ‘Mastenbroekerdijk’ en zelf spreek ik ook nog regelmatig van ‘Boerendiek’, zoals mijn vader het meanderende weggetje noemde.

Over Roebolligehoek hoorde ik toen niemand spreken, maar als kind raakte ik al gefascineerd door die term die ik in de Grote Bos Atlas las. Het was zo’n cirkeltje langs de wat ik dan voor het gemak maar even Hasselterdijk noem.

Dat buurtschap zou uit twintig huizen en vijftig inwoners bestaan. Benieuwd of iemand zich een ‘Roebolligehoeker’ noemt. Het vlekje langs de dijk is in ieder geval vernoemd naar de kreek die na een zware noordwesterstorm achterbleef.

Het water van de Zuiderzee werd dwars door de Mastenbroekerpolder opgejaagd tot aan Hasselt. Via geulen trok het water zich dan langzaam terug naar de zee.

De dijk is sowieso op zijn mooist bij hoog water. Omdat ik in de krant lees over wassend water in de regionale rivieren, rij ik zaterdag het viaduct bij Hasselt onderdoor en sla rechtsaf de dijk op.

Na een kleine kilometer volgt dat fenomenale uitzicht op Hasselt. Dan ben je de markante dijkwoningen waar ik altijd aan the Dukes of Hasselt moet denken al voorbij. Voor mij oogt het Zwarte Water inderdaad wat breder dan anders, maar de uiterwaarden zijn nog niet volledig volgelopen.

Er schieten nachtelijke fietstochten door me heen. Als je als jongeling uit Genemuiden ging ‘stappen’ in Zwartsluis moest je of op tijd de pont halen of in het donker alle bochten van de overleven. De keuze viel, soms per abuis, nog wel eens op de laatste optie.

Verderop langs de dijk landen knobbelzwanen op een van de tijdelijke waterpartijen. Ze profiteren van de overlopen van het Zwarte Water, maar zijn in een weinig dankbare bui.

De zwanen bakkeleien er wat op los. Als de vrede in het gezin hersteld is, stap ik weer in de auto. De schaduw van het industrieterrein hangt ondertussen over het landschap heen.

De voorlezer van het nieuwsbulletin meldt dat Nederland zich opmaakt voor een sneeuwstorm. Een ijzige wind kondigt Koning Winter alvast aan op de Hasselterdijk.

Ik besluit de tocht met een rondje Ringweg, waar je Hotel Zwartewater bijna kunt aanraken. Daar logeerde afgelopen zomer een gezochte terrorist uit Iran, las ik toevallig in de krant.

Het uitzicht vanuit zijn slaapkamer heeft hem vast op andere gedachten gebracht, bedenk ik mij. Dik kans dat de Iraniër in Zwartsluis is veranderd in een beminnelijk mens.