Afbeelding
Foto: Brandi Ibrao via Unsplash

Koek en zopie blijkt uit den boze in Zwartewaterland

(door Enrico Kolk)

ZWARTEWATERLAND – Niet voor iedereen zorgde het ijs voor plezier. Ondernemer Sander Steffen had vorige week bedacht om warme chocolademelk te gaan verkopen langs het ijs. De gemeente zette echter een streep door die plannen.

“Ik vind het een beetje ondernemertje pesten”, zegt Steffen over de beslissing van de gemeente. Hij reed afgelopen zomer rond als ijscoman, dat was wel toegestaan.

Die ijsverkoop in Hasselt, afgelopen zomer, was uit nood geboren. “Mijn bedrijf heeft al sinds maart vorig jaar geen inkomsten meer uit zakelijke evenementen. Vorig jaar heb ik daarom geïnvesteerd voor de ijsverkoop, het was nodig.”

Nu zag hij een nieuwe kans. “Er kwamen ijsdagen aan. Dus ik dacht: ‘laat ik iedereen voorzien van een lekker warm drankje’." Dat idee legde Steffen bij de gemeente neer, voor alle zekerheid. Kwaad kon het niet, dacht hij. "Omdat er niks veranderd is in de regelgeving rondom venten.”
Het mocht echter niet. “Zij zien het schaatsen als sporten”, legt Steffen uit. “En met sporten blijft een kantine gesloten, dus ook de dingen daaromheen.”

Zelf ziet hij dat anders. “Ik zie hier ook de kaasboer rijden, op de markt zie ik kraampjes staan. En Zwartewaterland is een van de weinige gemeenten waar je nog mag venten.”

Hij noemt de houding van de gemeente ‘lastig’. “Het is jammer dat ze niet even meedenken. Ik ben van het omdenken, juist in deze tijd. We moeten elkaar helpen.”
Dat er schaatsers zouden komen, was niet tegen te houden, denkt hij. “Die mensen komen toch wel. Laten we ze dan met wat maatregelen plezier bieden. En uiteraard ga je zorgen dat er niet tientallen mensen rond je truck staan.”
Zijn plan was om de bus te pakken en rond te rijden. “En dan kijken ‘waar gebeurt wat’, en daar wat verkopen. Ik word er niet rijk van, maar dat hoeft ook niet. Juist in deze tijd zou ik dit leuk vinden.”

Het gekke is, zegt Steffen, "Ik mag wel ijs verkopen langs de deuren, alleen komt daar nu niemand z'n deur voor uit. Maar ik mag niet op plekken zijn waar geschaatst wordt.”
De Stadskoerier vroeg de gemeente om een reactie, maar die besloot niet te reageren.