Burgemeester Harmanus Johannes Balderhaar ten Velde en zijn vrouw Heintje.
Burgemeester Harmanus Johannes Balderhaar ten Velde en zijn vrouw Heintje. Foto: Nationaal Archief

Lijk burgemeester gevonden op zijn verjaardag

Het ‘vrijwel ongeschonden’ lichaam van Harmanus Johannes Balderhaar ten Velde wordt op 10 april 1922 gevonden. Hij zou die dag zijn verjaardag hebben gevierd als hij 31 dagen eerder niet slachtoffer was geweest van de ramp met de pont. Samen met zijn vrouw en negen anderen bereikt hij nooit de overkant van het Zwarte Water. Zelfs 99 jaar na dato is het nog een geschiedenis van het meest afschuwelijke soort.

De burgemeester en zijn vrouw Heintje zijn op verjaardagsvisite geweest bij vader Balderhaar ten Velde die in het midden van het land woont. Ze keren op Biddag met de stoomtram Zwolle-Blokzijl terug naar Genemuiden. Die stopt zoals altijd bij De Noorde. Even later zien ze met elf anderen, waaronder de rijksveldwachters van Zwartsluis en Ambt-Vollenhove, veerman Velthuis in een roeiboot varen. Die laat vanwege het heftige noodweer de pont liever aan de kant van Genemuiden liggen. Heintje Balderhaar ten Velde durft niet in de roeiboot te stappen en predikt de achteraf fatale woorden ‘haal mij de pont’.

Velthuis roeit terug naar Genemuiden met een lading kranten, niet wetende dat hij de volgende editie zelf hoofdrolspeler in het nieuws is. Met de pont pikt hij dertien passagiers op, waaronder zijn zoon Jan. Die moeten eerst alsnog in de roeiboot om op de pont te komen. Een passagier vraagt of de kabel berekend is op het heftige weer en krijgt het geruststellende antwoord dat het een nieuw exemplaar is. Desondanks krijgt Velthuis ook met behulp van de passagiers geen beweging in de pont. Vooruit lukt niet, achteruit ook niet meer.

Als het veer steeds meer water maakt, springen de meeste passagiers terug in de roeiboot. Alleen postbode Jan Timmerman zwemt met succes naar de wal. De roeiboot is niet op zoveel gewicht berekend en verdwijnt meteen onder water. Uiteindelijk weten vader en zoon Velthuis, Jan Visscher en Klaas Hellenthal weer op de pont te komen. Aan de benen van Hellenthal bungelt zijn schoonzus die dat niet lang volhoudt. De pont drijft af richting Zwartsluis. Aan boord vinden hartverscheurende taferelen plaats. “Leef je nog, Jan?”, roept Velthuis steeds naar zijn zoon. Na een aantal bevestigende antwoorden blijft het ineens stil. Het is het moment dat ook de veerman de strijd tegen het water opgeeft.

Uiteindelijk drijft de veerpont af tot aan De Velde. Na een helse tocht van bijna acht uur redt de bemanning van een Sluziger sleepboot Jan Visscher en Klaas Hellenthal. Ze komen voor zover mogelijk op adem in de woning van ondernemer Buisman. Daar krijgen ze droge kleren, eten en warm drinken. Hellenthal raakt nog bewusteloos. Ondertussen heeft postbode Timmerman de omvang van de ramp duidelijk gemaakt in Genemuiden. Een dag later is het ongeluk wereldnieuws. Pas op 21 april wordt het laatste lichaam, van veerman Velthuis, gevonden.

De gemeenteraad vergadert op 3 april voor het eerst zonder burgemeester Groote Balderhaar ten Velde. Zijn collega Oprel uit Zwartsluis zit de vergadering voor. Hij noemt Groote Balderhaar ten Velde een ‘uitmuntend burgemeester en een echte burgervader’ die in de moeilijke jaren twintig van grote waarde was voor Genemuiden. Hij roemt zijn ‘eenvoud en hartelijkheid’. Over een mogelijke schuldvraag wordt niet gesproken. Oprel spreekt van een ‘ontrolling van het raadsplan Gods’. Ook kranten analyseren dat de veerpont beslist zeewaardig was. Ze wijzen op de ‘vrij heftige vloedstromen’ die de Zuiderzee bij storm mee brengt.

Harmanus Johannes Balderhaar ten Velde is bij zijn aantreden in 1914 slechts 30 jaar oud. Daarvoor was hij al burgemeester van Werkendam. Eigenlijk wilde hij daarna burgemeester worden in Hardenberg, waar de roots van zijn familie liggen. De commissaris van de Koningin in Brabant stemde daar niet mee in, maar gaf toestemming voor een sollicitatie in Genemuiden. Groote Balderhaar ten Velde ligt wel begraven in Hardenberg. Een rouwstoet bracht het stoffelijk overschot van Genemuiden naar Zwolle, waar de kist in de trein naar Hardenberg werd gebracht.

Genemuiden eert de geliefde burgemeester met een straatnaam. De Burgemeester Ten Veldestraat verwijst eigenlijk naar de naam van zijn moeder. Die overleed bij de geboorte van een ander kind. Vader Groote Balderhaar kreeg daarna toestemming van Koning Willem lll om Ten Velde aan de familienaam vast te plakken.

Erik Driessen duikt wekelijks voor De Stadskoerier in de archieven. Dit is het vierde artikel uit de serie historische verhalen.