Afbeelding
Foto: Gerard Meijeringh

Bert Heldoorn gaat nog wel even door bij Olympia '28

(door Gerard Meijeringh)

HASSELT - Olympia ’28 maakte vorige week bekend dat Bert Heldoorn behouden blijft voor de jeugdopleiding van de club. En dat mag best opvallend worden genoemd. Heldoorn is maar liefst 76 jaar en al vijftien jaar actief in de jeugdopleiding van Olympia ’28. “Ik voel me echt gewaardeerd. Dingen die ik zeg, worden opgepikt”, aldus Heldoorn.

Het was even wennen voor Heldoorn. Elk jaar werd de samenwerking met Olympia '28 stilzwijgend verlengd. “Vanaf mijn derde jaar bij Olympia heb ik altijd een doorlopend contract gehad. Nu is er een nieuwe overeenkomst. Het oude contract had ook gewoon door mogen lopen."

Keeper

Heldoorn is een echte Wilsummer. Jarenlang verdedigde hij het doel van de IJsselclub. Ook maakte hij de overstap naar Go-Ahead Kampen, waar hij drie jaar speelde. “Willem de Ruiter, de voorzitter van Wilsum, heeft me nooit meer aangekeken”, blikt Heldoorn terug. “Toen Jan Marskamp aantrad als voorzitter, ben ik teruggekomen bij Wilsum.” In april 1976 brak hij in de wedstrijd van Wilsum tegen DSV zijn scheenbeen. “Toen ging er een plaat in." Hij keepte nog een jaar. Daarna ging de plaat eruit en niet lang daarna stopte Heldoorn als goalie.

43 jaar trainer

Tachtig procent van de jeugdspelers ken ik.”

Vervolgens ging hij verder als trainer. “Ik zit nu 43 jaar in de trainersbusiness en ben er nooit tussenuit geweest.” Hij begon bij Sportclub Genemuiden als jeugdtrainer. Daarna nam hij bij WZC Wapenveld een jeugdteam onder zijn hoede. Bij Be Quick ’28 was hij assistent onder hoofdtrainer Evert Fiechter. Hierna ging hij verder als hoofdtrainer. Hij haalde het trainersdiploma TC2 en werkte bij Lemele, DKB, SVV ’56, Wijthmen, Swift ’64, DSV en uiteraard Wilsum (twee perioden). Zijn laatste club was Storica.

Olympia

Toen hij de 60 jaar naderde, twijfelde Heldoorn over zijn toekomst als trainer. Moest hij stoppen doorgaan? Het was 2006 en hij kwam bij Olympia ’28 terecht. Zijn schoonzoon Hans Roeland, toen ook al actief als hoofdtrainer bij de club uit Hasselt, had daar een belangrijk aandeel in. “Hans zei: ‘Je moet niet stoppen, daar krijg je spijt van.’ In die tijd waren ze net op zoek naar een hoofd opleiding. Ik heb twee gesprekken gehad en ben hier terechtgekomen.” Heldoorn nam verschillende teams onder zijn hoede. A1 (twee jaar), B1 (zes jaar en vervolgens weer A1 (7 jaar). Twee jaar terug kwam er toch een ongewenst einde aan zijn tijd bij A1. “Het team werd opgedoekt. Ik kon A2 gaan trainen, maar daar heb ik voor bedankt. Daar ben ik te fanatiek voor. Maar Olympia wilde me graag houden. 'Je kunt nog zoveel doen', kreeg ik het horen. Toen ben ik hoofdscout bij de jeugd geworden. Ik loop al zolang rond in de jeugdopleiding van Olympia. Tachtig procent van de jeugdspelers ken ik”, aldus Heldoorn.

Jeugdcommissie

Enkele jaren geleden kreeg Heldoorn ook een plek in de jeugdcommissie, waar hij belast werd met de jeugd onder de 21. Ook werd hij jeugdcoördinator van de leeftijdsgroepen -17 en -19. Onder de 21 doet hij nu samen met Jaap Scheper. Heldoorn is assistent hoofd jeugdopleiding, vaste trainer van de voetbalschool en nog steeds actief als interne scout. Iedere zaterdag kijkt hij vanaf 9.30 uur tot ’s middags naar de jeugd om te scouten in het lagere jeugdvoetbal. “Om te kijken of er spelers kunnen worden doorgeschoven.” Daarnaast begeleidt hij jongere trainers.

Fit

Heldoorn is op zijn hoge leeftijd nog steeds heel actief. "Olympia is mijn club. Of Wilsum dat ook nog steeds is? Tuurlijk, ik ben nog steeds lid van Wilsum, maar de laatste vijftien jaar ben ik meer bij Olympia dan in Wilsum geweest.” Hij denkt er niet aan om te stoppen. "Je moet weg zijn voordat ze zeggen: ‘Daar komt die oude zak weer aan.' Maar dat is nog nooit gebeurd. Ik heb geluk dat ik fit blijf en fysiek nog steeds goed in elkaar steek. Ik wil wat doen voor de vereniging. Dat vind ik hartstikke leuk. Laatst zei iemand: "Moet ik jou feliciteren of Olympia?" 'Feliciteer Olympia maar', zei ik toen gekscherend. Je moet plezier hebben. Zolang dat zo is en ik blijf gezond, kan ik nog wel even door.”