Aspirant-raadslid moet drie weken brommen

De overheid maakt zich zorgen om geweld tegen politiemensen, ambtenaren en andere gezagsdragers. Wie de archieven induikt, merkt al snel dat verwerpelijk gedrag van alle tijden is. Precies een eeuw geleden moet een aspirant-gemeenteraadslid uit Hasselt zelfs drie weken de cel in na het bedreigen van burgemeester Royer.

Deze Peter van B. (35 jaar) zou volgens planning in februari 1921 geïnstalleerd worden als gemeenteraadslid voor de SDAP in Hasselt. Of de burgemeester hem zoals dat tegenwoordig gebruikelijk is zou opwachten met een bosje bloemen en de nodige vriendelijke woorden valt ernstig te betwijfelen. In dezelfde maand staat de nieuwbakken politicus voor de rechtbank in Zwolle omdat hij eerder dat jaar weigerde om de kamer van de burgemeester te verlaten.

Van B. was naar eigen zeggen in ´opgewonden staat´ omdat hij hulp zocht voor de armoede binnen zijn gezin. Volgens de burgemeester was de Hasselter hem achterop gekomen toen hij het gemeentehuis binnen wilde lopen. Zoals het een vriendelijk burgervader betaamt, nodigde Royer de man uit om het gesprek op zijn kamer voort te zetten. Tijdens dat onderhoud toont Van B. zich volgens het krantenverslag uit die tijd ‘minder aangenaam’, waarna de burgemeester hem vriendelijk verzoekt de kamer te verlaten. Daar dacht het aanstaande gemeenteraadslid anders over.

Royer haalde vervolgens versterking in de persoon van de gemeentesecretaris. Nogmaals vroeg de burgemeester Van B. om te vertrekken. “Je krijgt mij er niet uit”, toonde die in ieder geval een rechte rug. Voor de Officier van Justitie reden om tijdens de zaak te melden dat ‘de kamer van den burgemeester in het bijzonder gevrijwaard moet voor een dergelijk optreden’. Hij wijst erop dat Van B. vloekend in de deuropening stond. “Als ik maandag geen werk heb, sla ik je de hersens in”, voegde de beginnende politicus weinig diplomatiek toe aan zijn Godslasteringen, waarbij hij ook nog dreigend zijn vuisten toonde.

Volgens de Officier had de burgemeester het volste recht om Van B. uit zijn kamer te verwijderen. De aanklager kent ook de politieke ambities van de beklaagde en geeft hem gratis advies. “Als bovengenoemd optreden wellicht een staaltje zal zijn voor zijn aanstaande houding in de raad, mag hij er van tevoren wel eens op gewezen worden dat dit niet de juiste toon is”, vat de Zwolsche Courant de tip samen. De officier eist drie weken cel vanwege ‘huisvredebreuk’ en de rechtbank sluit zich daarbij aan, zo blijkt twee weken later.

Van B. voelde zelf wellicht ook aan dat hij niet het type was voor het raadslidmaatschap. Een maand later blijkt uit een stuk in de krant dat hij zijn zetel niet inneemt. Hij antwoordt niet binnen de wettelijk gestelde termijn van een maand of hij plaats gaat nemen in de raad. Daarom gaat de gemeente ervan uit dat de politieke ambities van Van B. verleden tijd zijn. De heer Buter neemt zijn plek in.

Met de geschiedenis van een eeuw terug valt het moderne gekissebis tussen de huidige partijen in de gemeenteraad nog alleszins mee.

Erik Driessen duikt wekelijks voor De Stadskoerier in de archieven. Dit is het zevende artikel uit de serie historische verhalen.