Marco Reuvekamp is trots op de accommodatie van Olympia '28. "Het ziet er hartstikke mooi uit."
Marco Reuvekamp is trots op de accommodatie van Olympia '28. "Het ziet er hartstikke mooi uit." Foto: Gerard Meijeringh

De onmisbare schakel in de sport: Deel 6: Marco Reuvekamp

(door Gerard Meijeringh)

HASSELT - Vrijwilligers zijn onmisbaar in de sportwereld. Dat is al tijden bekend, maar tijdens de coronacrisis blijken deze mensen eens te meer goud waard. In deze rubriek aandacht voor deze onmisbare schakels in de sport. In deel 6 een interview met Marco Reuvekamp. Officieel is hij bestuurslid velden en materiaal bij Olympia ’28, maar in de praktijk is hij een soort van manusje van alles bij de voetbalclub uit Hasselt.

Reuvekamp is van oorsprong geen Hasselter. “Ik kom uit Haarst, een buurtschap bij Zwolle. Geboren en getogen”, vertelt Reuvekamp. Zo’n veertien jaar geleden kwam hij in aanraking met Olympia toen zijn kinderen Kevin en Patrick gingen voetballen. “Een goede vriend nodigde mij vervolgens uit om eens bij het eerste te komen kijken en na afloop een biertje te drinken. Door de kinderen kwam ik vervolgens steeds vaker bij de club”, aldus Reuvekamp.

Van leider tot bestuurslid

Al snel werd hij actief als vrijwilliger. Jarenlang was hij leider bij de jeugdteams van zijn zoon Patrick. “Ik ben tien jaar leider geweest. Toen Patrick ging spelen in het eerste, ben ik gestopt.” Vervolgens duurde het niet lang dat Reuvekamp zich op een andere manier ging inzetten als vrijwilliger voor Olympia. “Ik werd gevraagd om mee te helpen bij het onderhoud. Dat was in de zomer. In het najaar werd ik al gevraagd om toe te treden tot het bestuur. Daar heb ik over nagedacht en vervolgens heb ik toch maar ja gezegd, niet wetende wat me allemaal te wachten stond. Als niet-bestuurslid weet je dat echt niet. Je hebt er geen weet van wat er allemaal op je afkomt. Heel veel mensen weten niet wat er allemaal achter de schermen gebeurt. Er moet echt heel veel gebeuren, voordat je aan voetballen toekomt.”

Altijd onderhoud

Reuvekamp moest zich inwerken als bestuurslid. “Het eerste jaar was het meehuppelen. Je proeft eraan. Daarna kon ik steeds meer een eigen mening vormen. In mijn eerste jaar als bestuurslid stond de renovatie van het hoofdveld op stapel. Dat was mijn eerste grote klus. Hilco Beute was mijn voorganger. Daar heb ik veel van geleerd. Maar ik ben van een andere generatie en had andere ideeën. Zoals het moderniseren van de machines”, aldus Reuvekamp. Bij het onderhoud op het sportpark van Olympia is het groot onderhoud voor de gemeente. De club dient het klein onderhoud uit te voeren. Volgens Reuvekamp hoeft hij zich nooit te vervelen. “Er gebeurt altijd wat. Onderhoud is er altijd en geen dag is hetzelfde. En het is echt niet zo dat het nu rustiger is in coronatijd. Onderhoud blijft. En corona zorgde ook voor veel gedoe toen we nog konden voetballen. Als bestuur moet je alles in goede banen leiden."

Valkuil

Hoeveel uur draait Reuvekamp als vrijwilliger per week? Hij begint te lachen. “In het begin draaide ik wel dertig uur per week, maar dat is eigenlijk te gek. Maar ik heb het vervelende karakter dat ik moeilijk nee kan zeggen. Dat is mijn valkuil. Als ik ergens voor ga, dan doe ik dat voor 130 procent. Gelukkig heb ik wel een betere balans kunnen vinden. Maar als er iets moet gebeuren, wordt bij Olympia al snel geroepen: ‘Bel Marco maar’. Ongemerkt ben ik toch vaak bij Olympia, maar het thuisfront verdient ook aandacht. Gelukkig is onze hele familie betrokken bij de club. Het is een en al voetbal. Mijn zoon Patrick voetbalt in het eerste en mijn andere zoon Kevin het vijfde. En mijn vrouw draait kantinediensten.”

Manusje van alles

Reuvekamp geniet als vrijwilliger. “Ik vind het mooi om dingen te doen op het sportpark. Het terrein en de voetbalmaterialen (ballen, doelen en velden) vallen onder mijn verantwoordelijkheid. Ook het snoeien en bijmaaien valt onder mijn winkeltje. Ik ben trots op ons complex. Het ziet er hartstikke mooi uit. Ik wil gewoon dat het er netjes bijligt. En sinds dat ik bestuurslid ben, let ik ook goed op bij andere verenigingen. Soms zie je dingen waar je wat aan hebt. Ik heb ook niet alle wijsheid in pacht.” Reuvekamp heeft zich bij Olympia ontpopt als een manusje van alles. Voorbeelden genoeg. “Ik heb gezorgd dat de nieuwe stoelen op de tribune zijn bevestigd. En bij de kantine is een nieuw hokje in elkaar getimmerd. Daarbij heb ik ook geholpen. Elke keer doe je wat.”

Nieuwe uitdagingen

Reuvekamp denkt zeker niet aan stoppen. “Ik ben nog niet klaar als bestuurslid. Er staan nog wat dingen op stapel. Tussen het hoofdveld en de manege willen we graag een half veld realiseren voor de jeugd. Onze voorkeur gaat uit naar kunstgras. De vereniging groeit, we komen knel te zitten. Ook zijn we aan het onderzoeken hoe we de kantine kunnen uitbreiden. Die is te klein.” De Olympia-vrijwilliger stipt tot slot nog een probleem aan. “We hebben heel veel last van onkruid. Dat wordt steeds erger. We mogen geen bestrijdingsmiddelen meer gebruiken en moeten alles met organische mest zien op te lossen. Dit is echt een zorgenkindje en het kost heel veel tijd en energie. Hier worstelt de gemeente ook mee”, besluit Reuvekamp