Afbeelding
Foto: Erik Driessen

Het tuinpad van mijn vader (17):
Zonder de Zuiderzee geen dikke rollen tapijt

Erik Driessen beschrijft in de rubriek Het tuinpad van mijn vader (uit Het Dorp van Wim Sonneveld) wonderschone en spuuglelijke plekken in Zwartewaterland. Hij struint door Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis op zoek naar jeugdherinneringen en bijzondere geschiedenissen.

Zon en imposante wolkenpartijen vechten om voorrang in de lucht boven de Zuiderzeepolder. Ik rij het bultje bij ’t aempien in ’t poldertien op.

Namen die ik als vanzelfsprekend van mijn vader overnam. Vroeger kwam ik hier wel eens met vrienden die wilden surfen op het Zwarte Meer.

De locatie schrok me persoonlijk nogal af vanwege de enorme hoeveelheid koeienflatsen. Een Driessen houdt over het algemeen niet van viezigheid aan de schoenen. De enorme schoonheid van deze plek ontging me toen vermoedelijk nog. Ik had meer met gladgestreken voetbalvelden.

Fietspad

“Ik kom hier elke dag met de hond. Ongelooflijk mooi stuk Genemuiden”, zegt iemand die zijn auto ook het bultje is opgereden. Hij stapt uit voor een dagelijkse rondgang met zijn viervoeter. “Weet je dat hier een fietspad komt?”, vraagt hij. Dat weet ik.

Een enorme aanwinst voor dit gebied, dunkt me. Straks fiets je hier op de grens van Overijssel en Flevoland langs de boorden van het Zwarte Meer. Dat vermindert meteen de kans op een stevige koeienflats. Dik kans dat ik bij een volgend bezoek aan dit gebied op de fiets zit.

Zuiderzee

Mijn lichte vorm van smetvrees past eigenlijk niet op deze plek. Voordat het zoute water zoet werd, buffelden hier bonken van kerels in de biezen. Ze keken niet op een vlekje meer of minder. Met hun bikkelharde arbeid effenden ze het pad voor de fortuinlijke tapijtridders die Genemuiden later op de landkaart zetten.

Dat zouden ze nooit zonder de straatarme arbeiders uit het verleden hebben kunnen bereiken. Zonder de Zuiderzee geen dikke rollen tapijt, tuftmachines en een industrieterrein vol fabrieken en automobielen van Duitse makelij.

Wat dat betreft blijft het bizar dat buiten het Tapijtmuseum de historie van de Zuiderzee in Genemuiden zo knap buiten schot blijft.

Middenweg

In het weiland aan de overkant zie ik kieviten zitten. Ze hebben tegenwoordig gezelschap van witte reigers, betrekkelijke nieuwkomers in het Nederlandse landschap. Het valt me nu pas op dat het asfalt hier luistert naar de naam Middenweg.

Zo heet ook de verkeersader in de Amsterdamse Watergraafsmeer waar Ajax vroeger in Stadion de Meer speelde. Daar knallen 24 uur per dag duizenden auto’s per uur over heen, doorgaans begeleid door het getingel van de volgende tram en fietsers op weg naar nog meer drukte.

Niemand komt daar vermoedelijk op het idee om eens af te reizen naar de rustiger variant in Genemuiden. Ze weten niet wat ze missen.

Vorige week is per abuis nummer 17 van deze rubriek geïntroduceerd in de krant. Dat was onjuist: vorige week was nummer 16. Deze week is wel de 17e editie.