Afbeelding
Het huis van Albert Greveling

Verdriet en vechtpartijen na de bevrijding van Zwartsluis

Doorgaans ontstaan de verhalen voor deze rubriek na struintochten in de online krantenarchieven van Delpher. Dit keer putten we uit de bananendozen en multomappen van Albert Greveling. “Ik ben geen historicus, maar een man van anekdotes”, glimlacht de Sluziger in zijn woning aan de Verlengde Sportlaan. Alleen aan dat huis kleven al prachtige verhalen. Ook in de Tweede Wereldoorlog speelde de woning een rol.

Greveling en echtgenote Anneke maakten zich jaren geleden klaar voor een visite aan familie in Drenthe. Bij het vertrek viel op dat een auto rondjes reed rond het voormalige voetbalveld en bijzondere interesse toonde in het huis van Greveling. Niet met kwade bedoelingen bleek al snel. “De chauffeur reed een oudere man langs jeugdherinneringen. Die man had vroeger in onze woning gewoond”, vertelt Greveling, die vanwege het aanstaande familiebezoek geen tijd had voor een langer gesprek.

Weer later bracht Greveling, op lichte aandrang, een aantal bananendozen vol paperassen naar de papierinzameling bij de Gereformeerde Kerk aan de Singel. Op de terugweg ging hij langs bakker Ekkelenkamp. “In het pand van Snoepers zat toen nog de redactie van De Stentor. Een journalist tikte op het raam. Ook zij waren aan het opruimen en dachten dat ik wel interesse in een aantal documenten. Kort gezegd: ik bracht een aantal bananendozen weg en kwam met een aantal nieuwe bananendozen weer thuis…”

In een van de dozen zat een brief van Zwollenaar Lindeboom. Die beschrijft daarin na een oproep van de redactie zijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. “Het was me direct duidelijk dat deze Lindeboom de man was die eerder naar ons huis keek”, vertelt Greveling. Deze Lindeboom was de zoon van een voormalig politiecommandant. Zijn vader werkte en woonde in de oorlog in de woning van Greveling. Daarnaast stond destijds het politiebureau. Vanuit de woning keek het gezin de kragge in. Het rijtje woningen was vlak voor de oorlog gebouwd.

Zoon Lindeboom beschrijft in zijn brief de oorlogsjaren. In 1944 kwam hij als 16-jarige met de rest van het gezin bij zijn vader in Zwartsluis wonen. Omdat gemaal Stroink niet mocht werken en de Duitsers de sluisdeuren van de Arembergergracht openzetten, stond de benedenverdieping vaak veertig centimeter onder water. Vanuit de achtertuin konden de gezinsleden de kragge invaren. Dat kwam buitengewoon goed van pas als Duitsers controles uitvoerden. Bij de buren (meester E. de Vries van de MULO) zat namelijk een Amerikaanse piloot ondergedoken. Die roeide de familie Lindeboom dan diep de kraggen in.

Lindeboom vertelt in zijn brief ook over de bevrijding van Zwartsluis. Terwijl omringende dorpen en steden al feest vierden, vernielden de Duitsers in Zwartsluis bruggen en schepen. Verzetslieden wilden daarom de geallieerden informeren over de sterkte van de Duitsers. Lindeboom stapte samen met twee verzetslieden op een vlet waarmee ze naar Wanneperveen wilden varen. Die bestemming haalden ze ook. Ze kwamen terecht in een ruimte waar notabelen en inwoners de bevrijding vierden met drank, sigaretten en lekkernijen. “Wij lieten ons ook niet onbetuigd…”, schrijft Lindeboom droogjes. De feestvierders gaven de boodschap uit Zwartsluis door aan de Canadezen.

De bevrijding van Zwartsluis volgde snel. Ook over die gebeurtenis en de feestelijkheden schrijft Lindeboom. Hij herinnert zich dat verzetsheld Henk Eikelboom plotseling opduikt, nog voordat de Canadezen het dorp binnenrijden. Eikelboom redde in 1943 twee bemanningsleden van een gecrashte bommenwerper en zat sindsdien zelf ondergedoken. Na de komst van de Canadezen ontstaat een ‘onbeschrijflijk feest’. “Overal kwamen onderduikers vandaan. Familie en vrienden ontmoeten elkaar weer naar zovele jaren”, schrijft Lindeboom, die ook vertelt dat meisjes met de Canadezen boottochtjes in de haven mochten maken. “De Zwartsluizer jongens hadden volkomen afgedaan…”

Louter feestvreugde was het niet in april 1945. Verzetsman Kronenberg en zijn vriendin komen om het leven bij een dramatisch motorongeluk. Ook moest de politie tijdens de feestelijkheden uitrukken voor een massale vechtpartij tussen groepen schippersjongens en jongeren uit Zwartsluis. Met een waarschuwingsschot wist de politie de gemoederen weer tot bedaren te brengen. Het was een onrustig begin van de vrede.

Erik Driessen duikt voor De Stadskoerier wekelijks in de archieven. In deze periode staan verhalen uit de Tweede Wereldoorlog centraal.