Afbeelding
Op de foto: Tijmen de Vries

Jong zijn in coronatijd: Tijmen de Vries (15) uit Zwartsluis

(door Enrico Kolk)

In deze rubriek vragen wij jongeren hoe ze omgaan met de coronamaatregelen en wat de impact daarvan is op hun dagelijkse leven. Vandaag deel 17: Tijmen de Vries (15) uit Zwartsluis.

“Voor corona kon ik naar de Partypub en naar de discotheek. Ik vind het wel erg jammer dat dat nu niet kan”, vertelt hij. “En we hebben heel lang geen wedstrijden gehad met voetbal. Je mist dan echt dat zaterdag-gevoel.” En zo zat hij een tijdlang stil. “Toen zat ik eigenlijk alleen maar achter de PlayStation. Want ik ben niet zo iemand die dan gaat hardlopen ofzo, dus ik denk dat ik wel wat aangekomen ben.”

Eigenlijk viel het hem in het begin wel mee. “Toen alles voor het eerst dichtging, dacht ik ‘drie weekjes vakantie, dit gaat wel weer over’. Maar ze bleven maar verlengen en weer verlengen.”

In de eerste lockdown was Tijmen vooral thuis. “Maar ik kon ‘s middags wel varen met vrienden. Ik dacht ‘even geen school is wel lekker’. Maar op een gegeven moment is het toch niks. Je hebt echt absoluut geen sociale contacten meer. Ja, in het weekend met een paar man een biertje drinken maar daar bleef het dan bij.”

Dat de avondklok inmiddels opgeheven is, maakt voor hem weinig uit. “Als ik ergens heenging, dan ging ik via een steegje. En tot 4.30 uur blijven zitten, heb ik ook wel een keer gedaan. Maar ik heb me eigenlijk niet echt aan de avondklok gehouden”, vertelt de Sluziger.

Het sociale, dat mis ik het meest. Dat is eigenlijk de uitlaatklep.

Een boete leverde hem dat niet op. “Die had ik wel zelf moeten betalen, maar ik ben nooit politie tegengekomen. Ik nam een tactische route, ik woon al m’n hele leven in Zwartsluis dus ik ken het op mijn duimpje en weet alle steegjes. In de stad zou het misschien anders zijn geweest.”

Dat er maatregelen zijn, vindt hij niet zo erg. “De regering probeert het zo goed mogelijk voor iedereen te doen”, zegt Tijmen. “Maar sommige dingen zijn wel heel krom. Toen we weer naar school mochten, konden we wel met 200 man in een aula, terwijl je op zaterdag niet een biertje kon doen met tien vrienden.”

De onlineschool, daarvoor, vond hij niet zo heel erg. “Dat vond ik aan ene kant wel chill, want je hoefde niet altijd de camera aan. Maar ik heb in die tijd niet veel gedaan, alleen als ik een opdracht moest maken. Huiswerk maakte ik niet, want dat konden ze toch niet controleren.” Een achterstand heeft dat de derdeklasser niet opgeleverd, weet hij. “Ik ga volgend jaar gewoon examen doen.” Dat gaat dit jaar gewoon door, dus de verwachting is dat dat volgend jaar ook zo zal zijn.

Nu er wordt gevaccineerd, stemt hem dat hoopvol. “Mijn beide opa’s en oma’s zijn gevaccineerd. En het virus komt toch wel veel van kinderen af, hoor ik om mee heen. Dus eigenlijk is het onzin dat die niet gevaccineerd worden.”

Met zijn opa en oma knuffelen, dat doet hij nog niet. “Ze hebben de tweede prik nog niet gehad”, zegt hij. “Dus we gaan er wel op bezoek, maar wel op afstand. En als ik binnenkom, dan ga ik natuurlijk meteen handen ontsmetten.”

De maatregelen zijn voor jongeren ingrijpender dan voor ouderen, denkt hij. “Ik wil geen slachtofferrol spelen, maar je bent maar een keer jong”, merkt Tijmen op. “Ik ben al een jaar niet uit geweest, dat mis je wel. Ik blijf wel af en toe nog een biertje doen met een paar vrienden, op afstand voorzover het kan. Want het sociale, dat mis ik het meest. Dat is eigenlijk de uitlaatklep. Je kunt het wel een beetje doen, maar niet helemaal.”

Vorige zomer is Tijmen nog naar Spanje geweest. “Toen mocht dat nog, alles was daar ook goed geregeld. Maar wat jammer was: ook daar kon je niet uitgaan.” Een tweede reis, in de herfstvakantie, naar Turkije is niet doorgegaan. “Dat hebben we gelukkig een jaartje kunnen opschuiven.”

Want dat dat straks weer kan, daar is hij van overtuigd. "Er komt een dag dat alles weer opengaat. En als je dan bijvoorbeeld een festival hebt, dat wordt een gekkenhuis. Ik geloof dat alles ooit wel weer goed komt.”