Afbeelding
Noa Blei

Smoking Cigarettes

(door Jan Blei)

De verjaardagen van pa en ma zijn het hoogtepunt van het jaar. Ik help stoelen sjouwen en mag de sigaren en sigaretten klaarzetten. Ma is nog niet anti-rook en gretig grasduin ik in de dozen met Hofnar, Willem II, Agio en pakjes Northstate, Caballero en Camel tot het klusje geklaard is. Op ieder tafeltje een boeketje nicotine stokjes.

Wanneer de avond vordert en de stemming er goed in zit, verandert de kamer in een walmende frituurpan. Hoestend, en met tranende ogen kijk ik naar m’n oom die het zoveelste borreltje naar binnen giet. Ma is niet meer te onderscheiden in de walm, de frezia’s die ik haar kado heb gedaan zijn een vroegtijdige dood gestorven.

De eerste schreden op het rokerspad leveren een forse uitbrander op. Stoer als ik ben, jat ik een sigaar uit de Hofnar doos van pa en begeef me naar het voetbalveld. De klas van Henk Leenman heeft gymnastiek van meneer Blok. (Van buurjongen Henk leer ik de zoete geheimen van de (neder)beat, en meer. Daar kom ik laterzz op terug).

Ik zak neer tegen een paaltje en steek de vlam in de sigaar. Dampend kijk ik naar de MULO leerlingen die hun best doen gymleraar Blok te behagen. Meneer Blok is een vreemde man: hij loenst en draagt een strakgespannen glimmend broekje. Blok is niet voor de poes. Wanneer hij m’n dampende sigaar in de smiezen krijgt, is het voetbalveld te klein.

Hij trekt me aan de oren omhoog, en bijt me toe dat snotneuzen geen sigaren dienen te roken op een sportveld. Met harde hand zet hij mij over het hek en keert dansend als een gazelle terug naar de MULO troepen. Ik weet niet van wie ik het eerste shaggie gerookt heb, misschien van Henk, misschien van Thijs. Het is in de trekgaten, in de buurt van de Wetering. De start van een lange ‘smoking career’.

Er wordt gebouwd bij de MULO; op het grasveld staat een bouwkeet en op een vrijdag vind ik mezelf terug tussen de bouwvakkers. Er wordt gerookt en bier gedronken. M’n eerste slokje alcohol gaat naar binnen. Dur gaan stiekem een paar trekkies van Henk z’n shaggie achteran. Samson, Drum, Twin, Caballero, Camel, Northstate, Benson & Hedges, Bastos, van Nelle, Javaanse jongens, Brandaris; ik heb het allemaal naar binnen gezogen.

Helemaal verkeerd, ik weet het.

Maar o zo lekker.

We staan in ons achtertuintje.
Henk heeft z’n transistor mee: ‘Veronica’.
‘Komt ie’, roept ie grijnzend!
‘Smoking Cigarettes’ van the Golden Earrings.

‘Honey, oh honey, I need you’.

Verzaligd zakken we neer tussen de Afrikaantjes en blèren het deuntje mee. Simpel geluk, de toekomst is begonnen.