Opnieuw houdt nu een ziekte de gemoederen bezig.
Opnieuw houdt nu een ziekte de gemoederen bezig. Beeld: GGD IJsselland

Groninger ziekte brengt dood en verderf naar de regio

“De ogen van menig huisvader en weduwe zijn gericht op de commissie Onderstand om van de vernedering bevrijd te worden van elders onderstand te moeten vragen”, schrijft de Staatscourant op 13 december 1826. Vijfhonderd van de dertienhonderd Genemuidenaren lijden op dat moment aan wat later de geschiedenis ingaat als de ‘Groninger Ziekte’. Ze zijn voor bijstand aangewezen op de gemeente.

In het noorden breekt dat jaar een epidemie uit die zich snel verplaatst naar Friesland, Noord-Holland en Overijssel. Mensen krijgen koorts, voelen zich een dag later beter en krijgen daarna weer koorts, maar dan zwaarder dan op de eerste dag.

Die afwisseling zet zich vervolgens door, waarna veel mensen na een paar dagen doodziek zijn. In Groningen sterft maar liefst 10 procent van de bevolking aan wat door het grillige verloop ook wel de ‘anderendaagse koorts’ wordt genoemd.

Ook de Kop van Overijssel krijgt het in het najaar van 1826 zwaar te verduren. En dat terwijl de regio nog aan het opkrabbelen is van de allesverwoestende overstromingen van een jaar eerder. Dijken breken door en het oprukkende water zorgt voor onbeschrijflijke ellende.

In Genemuiden verliezen twintig mensen de strijd tegen het water, in Zwartsluis elf en ondanks dat in Hasselt geen slachtoffers vallen, ligt ook de Hanzestad behoorlijk in puin.

Vermoedelijk hebben beide tragedies met elkaar te maken. Omdat veel gebieden in Noord-Nederland onder water hebben gestaan, rotten planten en krijgt de beruchte malariamug vrij spel. Vermoedelijk is die verantwoordelijk voor het ziektebeeld van tienduizenden mensen. Vooral in wijken waar arbeiders en armen wonen in ongezonde woningen, slaat de ziekte toe.

In Overijssel worden vooral de gebieden in de Kop zwaar getroffen. Veel mensen in Vollenhove, Blankenham en Oldemarkt zijn ziek, maar nergens is de situatie zo treurig als in Blokzijl. Daar zijn tussen augustus en november zevenhonderd van de vijftienhonderd inwoners ziek.

Zeker zeventig van hen sterven. De volledige samenleving ligt plat, de armoede is enorm en pas nadat het stadje medische bijstand en zelfs een ziekenhuis krijgt, wordt de situatie langzaam beter.

Ook in Genemuiden zijn veel mensen ziek. De Commissie Onderstand, die zorgt voor inkomensondersteuning van de armen, moet een jaar na de watersnood weer volop aan de bak.

Opgeknapte inwoners worden regelmatig nogmaals ziek en kunnen hun werk niet uitvoeren. Het artikel in de Staatscourant meldt dat er onder meer bijstand uit Rotterdam en Den Haag komt.

Of veel Genemuidenaren aan de ‘Groninger Ziekte’ overlijden, valt niet op te maken uit de berichten op Delpher. Daaruit blijkt wel dat de ziekte ook rondgaat in Zwartsluis, maar niet in welke mate.
Hasselt komt niet voor in de artikelen uit 1826 en 1827 over het onderwerp.

Erik Driessen duikt wekelijks voor De Stadskoerier in de online krantenarchieven op www.delpher.nl op zoek naar bijzondere geschiedenissen uit Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis.