Tijmen Hammer (l) en Herbért Mones.
Tijmen Hammer (l) en Herbért Mones. Foto: Gerard Meijeringh

De bijzondere verhalen van de recreatieve sporter (1): Tijmen Hammer en Herbért Mones

(door Gerard Meijeringh)

GENEMUIDEN- De kranten staan vol met prestaties van sporters die internationaal, nationaal of regionaal in de top meedraaien. Maar achter deze groep zitten flink wat recreatieve sporters die er ook alles voor doen om hun doelen te bereiken. In deze rubriek bijzondere verhalen van deze sporters. In deel 1 gaat het om de wielrenners Tijmen Hammer en Herbért Mones.

Mones had enkele jaren geleden niet kunnen denken dat hij zo fanatiek zou gaan wielrennen. “Ik deed aan fitness. Vervolgens heb ik me door Tijmen laten overhalen. Eerst was het plan om een fiets te huren, maar dat heb ik niet gedaan. Ik heb in één keer een fiets aangeschaft. Besteld op internet, want overal waren wielrennersfietsen uitverkocht. Ik heb een gokje gewaagd, maar het heeft goed uitgepakt”, lacht Mones.

Pijn lijden

Hammer liet zich inspireren door Tom Dumoulin. “Door hem ben ik gaan fietsen. Ik kijk altijd naar de Tour en dan wel de hele touretappe. Mijn vrienden verklaren me voor gek. Toen zag ik Dumoulin in de bergen rijden en toen dacht: 'dat wil ik ook'. Het is de hardste sport van de wereld. Echt pijn lijden. Dat intrigeert me. ‘Kan ik dat ook’, vroeg ik me af. Jazeker. Je kunt jezelf helemaal naar de filistijnen fietsen. Dat doen we ook het liefste.”

Ravijn

Afzien mag best wel, maar je moet niet constant in het rood rijden. Dan gaat de lol er snel af.

Hammer begon vijf jaar geleden met fietsen. “Ik ging met m’n ouders naar de camping in Frankrijk. Ik ging met m’n racefiets alleen de bergen in. Dat was heel zwaar. Toen ben ik bijna in een ravijn gestort. Ik ging met een snelheid van 65 kilometer naar beneden. Ik heb dat ravijn helemaal niet gezien. Ik was 16 jaar. Wie doet je dan wat, maar toen ging het maar net goed. Maar het is echt fantastisch om de bergen af te gaan. Je ziet van alles, zoals koeien met bellen."

Fietsgroep

De twee wielrenners maken onderdeel uit van een fietsgroep. De groep bestaat uit een vaste kern van zo'n tien actieve wielrenners. "Eerst waren we met z'n tweeën. Dat werden er al snel meer. Je naait elkaar op. 'Wij gaan zo snel. Gaan we een keer samen trainen'? Dat hebben we een paar keer gedaan en dat was super gezellig", aldus Hammer. "Je trekt elkaar mee in een één tempo. Het is bikkelen, maar je keert voldaan terug. Je voelt je weer fit en super gezond. Het is super leuk om sportief bezig te zijn en je wordt er heel fit van", aldus Mones.

Ontspanning

De twee halen een gemiddelde snelheid van z'n 33 kilometer per uur. "Of het harder kan? Laatst hebben we een gemiddelde van 35 kilometer gehaald, maar we zijn geen profs. We werken ook nog fulltime. Wielrennen is voor ons een stukje ontspanning. Het mooiste is om tijdens het fietsen de laatste restjes energie er nog uit te gooien. De adrenaline golft dan door je lichaam. Wielrenners gaan voor snelheid en dan zijn ze niet te stoppen. Dat wordt niet door iedereen gewaardeerd", aldus Mones, die voor zichzelf wel een grens heeft. "Ik ga niet met tegenzin op de fiets zitten. Dat gaat me te ver." Hammer vervolgt: "Afzien mag best wel, maar je moet niet constant in het rood rijden. Dan gaat de lol er snel af."

Steeds grotere ronde

Hammer en Mones hebben steeds meer plezier gekregen in het wielrennen. "We gingen steeds harder en het rondje werd steeds groter. Minimaal vijftig kilometer en soms rond de tachtig", vertelt Mones. De grootste ronde is een tocht van maar liefst honderd kilometer. Dan rij je naar 't Harde en via Wezep weer terug. Dan kom je over de Knobbel. Zonder te trappen ga je dan met een snelheid van 45 kilometer naar beneden", zegt Hammer enthousiast.

Van polderbok naar berggeit

Vorig jaar was het plan om naar Spakenburg te fietsen. Vanwege de corona ging dat niet door. "Ons werd geadviseerd om dit niet in groepsverband te doen. Toen hebben we het afgeblazen. We willen ons wel aan de regels houden." Eind juni wacht een nieuwe uitdaging. "Dan gaan we van Katwijk naar Genemuiden fietsen voor het goede doel. Daarnaast willen de twee deze zomer lekker fietsen in Frankrijk."

Hammer heeft er flink wat ervaring mee. "Je maakt van alle mee. Valpartijen, lekke banden. Met je dunne bandjes ben je toch kwetsbaar. We hebben een camper gehuurd voor twee weken. Twee vrienden van ons gaan ook mee, maar die hebben alleen 'opoefietsen'. We gaan fietsen in de Dordogne. Dat ligt in het zuidwesten van Frankrijk. Daar gaan we behoorlijk wat bergjes beklimmen." Mones besluit: "Van polderbok naar berggeit. We gaan gewoon lekker knallen."