Afbeelding
Op de foto: Anica Doedens

Jong zijn in coronatijd: Anica Doedens (19) uit Hasselt

(door Enrico Kolk)

In deze rubriek vragen wij jongeren hoe ze omgaan met de coronamaatregelen en wat de impact daarvan is op hun dagelijkse leven. Vandaag deel 21: Anica Doedens (19) uit Hasselt

“In het begin vond ik de maatregelen nodig”, zegt Anica. “Maar ik ben blij dat het langzamerhand weer allemaal opengaat.”

De samenleving gaat stapje voor stapje weer open. “Je kunt steeds meer”, zegt de Hasseltse blij. “Ik mag nu ook weer meer naar school, dus ik kan ook meer mensen zien.”

En dat is, als het aan haar ligt, ook wel weer nodig. “Veel van school was online. Ik mag en mocht geen vijf dagen per week naar school. En die onlineles, in het begin kan het nog, maar het wordt steeds minder. Ik ben liever in de praktijk bezig op school. Online zie je je klasgenoten wel op het scherm, maar het is toch beter om je klasgenoten gewoon echt te zien.”

Dat miste ze dan ook het meest, vertelt ze. Naast de sportclub. “Ik ben lid van de Reddingsbrigade”, legt ze uit. “We hebben verplicht een hele lange stop moeten maken.”

En ook aan die lange pauze komt nu een eind. De Reddingsbrigade gaat weer aan de slag bij de Milligerplas, zoals verderop in deze krant te lezen is. Anica is daar ook een aantal dagen aanwezig. Leuk, vindt ze dat. “Je bent dan met mensen die dezelfde hobby delen.”

En die dan ook echt spreken, doet haar goed. “Ik hield veel contact via whatsapp en bellen en via de sociale media. Maar bijvoorbeeld mijn klasgenoten, die zie ik liever in het echt. Soms is het qua tijd wel makkelijker om even te appen, maar echt afspreken is natuurlijk leuker.”

Hoewel dat het laatste jaar best weleens lastig was. “Maar corona heeft niet zozeer in m’n leven veranderd”, constateert Anica. “Aan de ene kant had ik wel verwacht dat het lang zou duren, het was iets wat Nederland bezig ging houden. Dus ik heb niet gedacht dat het met een paar weken klaar zou zijn, maar ik had ook niet gehoopt dat het meer dan een jaar zou duren.”

Toch heeft ze zich er niet minder om gevoeld in de tijd dat ze meer thuis was. “Ik ging wel sporten. Af en toe alleen, maar dat kon nog wel.” Ze herkent zichzelf dan ook niet in de berichten dat jongeren zich depressiever voelen in de coronatijd.

Misschien ligt dat wel aan de omgeving, zegt ze. “Ik denk dat er hier veel onderling contact onder de jeugd is. De meeste mensen van mijn leeftijd in Hasselt en Zwartsluis ken ik wel, bijvoorbeeld. Maar ik denk dat dat in Amsterdam anders is.”

Hasselt, haar woonplaats, werd stevig getroffen door het virus waartegen alle maatregelen genomen zijn. Anica zelf evenwel niet. “Ik heb geen corona gehad”, zegt ze. En ze hoopt het ook niet te krijgen. Inmiddels worden er steeds meer coronavaccinaties gezet. Anica wil ‘m ook, vertelt ze. “Ik denk dat de vaccinatie toch wel een rol gaat spelen. Op een gegeven moment mag je meer als je een prik hebt gehad. En ik werk in de horeca, dus als je gevaccineerd bent, is dat voor het gevoel onderling ook beter.”

Haar bijbaan zorgt voor ‘heel veel contact met mensen’, legt ze uit. “Dus het is voor mijn eigen gevoel ook beter als ik straks een prik heb gehad.” Dat moment lijkt dichterbij te komen. Over enkele weken zou Anica aan de beurt kunnen zijn. “Het is mooi als je aan de beurt bent”, zegt ze. “Maar als het nog een maand duurt, dan wacht ik wel.”

Het leven is toch alweer een beetje op gang gekomen. Haar bijbaan lag een tijdje stil, vanwege de horecasluiting. Die sector mocht een paar weken geleden weer van start. “In het begin mocht ik niet werken, toen deden ze het met alleen vast personeel”, zegt de Hasseltse. “Maar nu mag ik elke week weer lekker met collega’s aan het werk.”

En dat is maar beter ook. "Ik moet ook inkomen hebben”, lacht ze. "En ik vind het gezellig, want het is een heel gezellig bedrijf waar ik werk. Ook al maak je soms lange dagen.” Ze is blij met de jongste versoepelingen. Vanaf zaterdag mogen horecazaken tot 22.00 uur open. "Je moet nu toch op tijd voor eten zorgen”, zegt ze over de huidige sluitingstijd van 20.00 uur.

Maar wanneer het allemaal weer zonder beperkingen kan, dat is nog niet bekend. "In begin heb ik wel af en toe gehoopt op een datum”, merkt de jongedame ik. "Nu denk ik: ‘het zal wel ooit een keer voorbij zijn'.”