De gewraakte uitrit.
De gewraakte uitrit. Foto: Enrico Kolk

Niet de provincie, maar de gemeente had een besluit moeten nemen over de uitrit van Breman

(door Enrico Kolk)

HASSELT - De provincie had helemaal geen besluit mogen nemen over de uitrit van Breman. Dat blijkt uit onderzoek dat in opdracht van Gedeputeerde Staten (GS) is verricht. Die stellen dat het ‘per ongeluk’ ging.

“De provincie heeft onbewust de vergunning verleend terwijl de bevoegdheid hiervoor bij de gemeente Zwartewaterland lag. Dit betekent dat de uitrit niet gebruikt kan worden”, schrijft de provincie in een persbericht. Die kwam daar achter toen gekeken werd of de vergunning voor de uitrit ingetrokken kon worden.

“Omdat de nieuwe uitrit niet voldoet aan de regels uit de ‘Provinciale Regeling Uitwegen’ ligt de bevoegdheid voor het verlenen van een dergelijke vergunning bij de gemeente”, legt de provincie uit. De gemeente nam echter geen besluit, omdat de provincie dacht dat zij dat mocht doen. Wel werd de mening van de gemeente gevraagd. Daarop kwam de reactie: ‘geen bezwaar’.

En dat was niet de bedoeling. In een excuusbrief van wethouder Maarten Slingerland bood die zijn excuses aan voor het geven van onvolledige informatie over de nieuwe uitrit van Breman. Een pittige discussie in de gemeenteraad was het gevolg.

De gemeente(raad) had namelijk wel degelijk bezwaar tegen de uitrit. Ook vanuit de samenleving en Provinciale Staten kwam veel weerstand tegen de uitrit. “Daarbij heeft de gemeente een ander standpunt ingenomen”, schrijven GS aan de leden van de Staten. “Hierna is in werkateliers, samen met de omgeving, gezocht naar alternatieven. Dit bleek niet te kunnen op een manier waar alle partijen tevreden mee waren.”

Het besluit had niet genomen mogen worden op juridische gronden

Er was een akkoord: de bestaande toegangsweg zou verbreed worden. Vlak voor dat naar buiten kwam, gaf Breman echter aan daar toch niet mee uit de voeten te kunnen. Wethouder Maarten Slingerland deelde vervolgens mee aan de raad dat het technisch ook niet mogelijk was. De gemeente zou daarvoor namelijk grond moeten gebruiken die ze niet in eigendom kan krijgen.

Provinciale Staten namen vervolgens een motie aan waarin uitgesproken werd dat de uitrit niet gebruikt zou mogen worden. “Na de motie is onderzocht of intrekken van het besluit mogelijk is”, schrijven GS nu. “Hierbij is aan het licht gekomen dat het besluit niet genomen had mogen worden op juridische gronden. De basis van de verleende ontheffing ligt in (...) de Regeling Uitwegen.”

In die regeling staan wat algemene regels waardoor niet in alle gevallen een ontheffing nodig is, maar vaak kan worden volstaan met een melding. “Vervolgens kent de Regeling Uitwegen aan GS de bevoegdheid toe om af te wijken van die algemene regels”, luidt de uitleg.

Maar dat mag helemaal niet, want de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) bepaalt dat die bevoegdheid bij burgemeester en wethouders ligt. “Ook als dat gaat om provinciale verordeningen over provinciale wegen.”

Dat dit nu aan het licht gekomen is, leidt ertoe dat GS per direct geen gebruik meer maken van die regel, die er eigenlijk helemaal niet zou mogen zijn. “Voor de zomer wordt de regeling aangepast”, beloven de gedeputeerden. “Op grond van de Algemene wet bestuursrecht zullen wij toekomstige aanvragers naar gemeenten doorverwijzen en de gemeentes daarbij proactief ons constructieve- en verkeerskundige advies meegeven.”

Voor Breman betekent een en ander dat er nu toch weer naar de oude ontsluiting wordt gekeken. Daar kan volgens de provincie meer dan tot nu toe gedacht werd. “Dit blijkt uitaanvullend verkeerskundig onderzoek door Goudappel Coffeng. Omdat daarmee de ontsluiting op het onderliggend wegennet mogelijk is, wat altijd de voorkeur geniet, is dat een voorkeursvariant. Deze zal worden besproken met de gemeente en met Breman.”

De uitrit, die er al ligt, moet wellicht weer afgebroken worden. Wie voor die kosten opdraait, is nog niet duidelijk. Voor de hand ligt dat de provincie dat doet, omdat die de vergunning verleende.