Afbeelding
Noa Blei

De Flip

(door Jan Blei)

Oudere MULO en MAVO gangers hebben de man ongetwijfeld nog vers op het netvlies staan: meneer van Goor, docent Engels, gezegend met scheldnaam ‘De Flip’.

Meneer van Goor is een gerespecteerd en geliefd docent, de rust zelve, gezegend met twee kammetjes haar die dwingend hemelwaarts priemen, en ‘s winters uitgerust met een lange witte onderbroek die parmantig onder z’n pantalon-pijpen vandaan kruipt.

Meneer van Goor hoort bij de notabelen van het dorp, is getrouwd met mevrouw van Goor en is verzot op vissen. Mevrouw is lerares op de Hervormde basisschool. Waarmee de situatie is geschetst. Eind jaren zestig, begin jaren zeventig.

Thuis voer ik permanent oorlog met m’n moeder over de lengte van m’n haar. Kapper Modderman is mijn kapper. In mijn beleving hanteert Modderman maar één knipmethode: de pispot variant. Dat zint mij niet, en ik besluit na enig rumoer met moeders, over te stappen naar kapper Jalink in het Buitenkwartier. Dat bevalt mij beter, al loop ik ook bij deze kapper tegen onheil aan, waarover strax meer.

Harm van de Belt komt de kapsalon van Jalink uit en laat me weten dat de Flip binnen zit. Ik denk niet aan meneer van Goor, maar ga ervan uit dat Harm het over Flip Visser heeft, voetbalmaat en in het weekend collega kroegganger. Dat is een desastreuze inschatting.

Ik wandel de kapsalon binnen, draai de hoek naar de kniphoek om en ventileer luid en duidelijk: ‘Ha die Flip’. Even is het doodstil en houdt het universum de adem in. In een oogopslag besef ik vervolgens in wat voor sinkhole ik ben neergedonderd. Niet voetbalmaat Flip Visser zit in de knipstoel, maar onze achtenswaardige docent Engels Meneer van Goor. ‘Zo Jan Blei’, klinkt het vanuit de knipstoel. Stotterend probeer ik me uit de situatie te redden, maar dur is geen ontkomen aan, ik ga zo nat als een zak garnalen. Gruwelijk, zelden ga ik meer onderuit dan die dag.

Jalink blijft mijn kapper, hij begrijpt de sixtiezz. Dan komt de dag dat ik hem uitleg dat hij mijn haar wat langer moet knippen: niet teveel eraf! Het resultaat is opnieuw een hoofd dat eruit ziet als een kaakgeknipte kip.

Ik ben woest en vraag om uitleg. Aarzelend komt hij met een verklaring: ma heeft gebeld en hem opgedragen mijn haren kort te knippen. Ik vertrek naar huis met een oorlogsverklaring op zak. Moeders begrijpt eindelijk dat ik groter groei en zelf wil bepalen hoe ik er uitzie.
Nog jarenlang blijft ze me toevoegen dat mijn verstandelijke vermogens niet volledig ontwikkeld zijn zolang ik me vertoon met lange haren.

Vergeefs!

Ik heb de rest van m'n leven, wat dat betreft, geen rekening gehouden met de wensen van ma!