Majorettes en muzikanten bij de opening van d' Overtoom.
Majorettes en muzikanten bij de opening van d' Overtoom. Foto Nationaal Achief

Tuinpad van mijn Vader (37): Zweten, dammen, sporten, rocken en knutselen in d' Overtoom

Erik Driessen beschrijft in de rubriek Het Tuinpad van mijn Vader (uit Het Dorp van Wim Sonneveld) wonderschone en spuuglelijke plekken in Zwartewaterland. Hij struint door Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis op zoek naar jeugdherinneringen en bijzondere geschiedenissen. 

Tja, wat is mijn eerste herinnering aan d’ Overtoom? Het verenigingsgebouw is niet veel ouder dan ik. Misschien zijn de sportlessen van de Ichthus-school wel mijn eerste actieve herinnering. Twee keer in de week trokken we naar d' Overtoom. Daarvoor gebruikten we de ingang aan de kant van de huidige brandweerkazerne. Douchen na afloop deden we niet. Na een potje blokjesvoetbal of apenkooi vertrokken we met bezwete lichamen weer naar de schoolbanken.

Het voetbaltoernooi tussen Kerst en de jaarwisseling herinner ik me ook levendig. Met een beetje geluk bemachtigde je op de galerij een stoel waar vanaf je de hele dag naar veldslagen kon kijken. Een serieuze tribune was er nog niet. Ja, een paar houten rijen onder het podium met aan weerszijden die prachtige gordijnen. Achter dat podium kon je naar de kantine van beheerder Ab van Lente of rechtsaf naar de kleedruimtes lopen. Liep je helemaal door, dan kwam je in de afdeling toestellen en materialen.

Als zoon van een erelid van lokale damvereniging O&O heb ik de nodige stenen verschoven in een van de vergaderzalen. Soms kwamen daar wereldberoemde dammers voor een partijtje simultaan. Die verloor ik steevast, net zoals de meeste onderlinge competitiewedstrijden. In zo’n zelfde zaal volgde ik later theorielessen en onder bezielende leiding van meester Harms leerde ik ook wat hartreanimatievaardigheden. Of ik die kunsten nog beheers, is belachelijk genoeg maar zeer de vraag.

Tot de vroegste herinneringen behoren zeker de activiteiten van Stichting Jeugdwerk Genemuiden. Vermoedelijk kwamen mijn beperkte knutseltalenten al razendsnel aan het licht. Op vrijdag organiseerde SJG ook wel eens een filmavond. Meestal keken jongeren dan naar films uit het genre Police Academy of Rocky. Een keer stond Witness op het programma. De beelden van Robert Redford bij de Amish verveelden de meeste bezoekers zodanig dat de zaal na de pauze zo goed als leeg bleef. Zelf keek ik tot het einde gebiologeerd toe. De leegloop stemde me wat verdrietig.

En had je nog de muziekavonden. Legendarisch is het verhaal van fans die tijdens een concert van Toontje Lager door de vloer zakken. Voor hardrockband Vandenberg bevonden mijn ouders mij vermoedelijk nog te jong. Met wat kornuiten probeerden we bij de grote raampartijen voor het gebouw toch wat glimpen van de rockers op te vangen. Een vriendje beweerde later dat hij tot de kleedkamer van Vandenberg was doorgedrongen. De rockers dronken jus d'orange.

'Legendarisch: fans van Toontje Lager zakken door de vloer'

Aan de buitenkant is het pand er vijftig jaar later niet mooier op geworden. De binnenkant is minder markant dan vroeger, maar wel moderner en functioneler. Gelukkig kreeg de tijd nooit vat op het karakter.

Wie de deur van het verenigingsgebouw opent, wandelt zijn eigen jeugdherinneringen binnen.