Stomdronken Staphorsters struinen op lotingsdag door Hasselt

HASSELT - “Walgelijk”, schrijft de correspondent van de Zwolsche Courant in 1899 over een oktoberdag in Hasselt. Dronken Staphorsters struinen daar in alle vroegte door de straten. Ze zijn naar de Hanzestad gekomen voor de zogenoemde ‘lotingsdag’, waarop wordt bepaald welke jongeren wel of niet moeten toetreden tot de Nationale Militie. Die dag staat overal in Nederland bekend als de ‘officiële dag van de dronkenschap’.

Jonge mannen danken de dag aan Napoleon. Als Nederland begin 19e eeuw deel uitmaakt van zijn rijk, voert hij de dienstplicht in. Na de Franse overheersing neemt Nederland die over. Dat betekent dat het leger niet langer louter bestaat uit beroepsmilitairen en vrijwilligers. Grofweg moet er van elke honderd Nederlanders iemand onder de wapenrok. Het land wordt opgedeeld in verschillende gebieden die vervolgens weer bestaan uit kantons die de soldaten leveren. Alle jongens die 19 jaar worden, moeten zich aanmelden bij hun gemeente en krijgen dan een oproep voor de jaarlijkse lotingsdag. 

Die zorgt overal in Nederland voor problemen. De jongens komen vaak zo dronken op de afgesproken plek dat zelfs het trekken van een lot al een uitdaging vormt. Na afloop zoeken ze ook nog eens hun heil in de plaatselijke kroegen om geluk of verdriet te verdrinken. In 1899 is het goed raak in Hasselt. Daar moeten jonge mannen uit Hasselt, Genemuiden, Zwartsluis en Staphorst verschijnen. Die laatste groep is als eerste aan de beurt. Ze komen de stad binnen met oranje, rode, witte en blauwe kleuren en vooral een halflege fles jenever. “Op lotingsdag moet de jongeling zijn flinkheid tonen door flink te drinken en te schreeuwen. Treurig, maar waar”, schrijft de Hasselter correspondent die zelf stevig van de azijn heeft genuttigd.

Hij beschrijft een ‘treurig slachtoffer’. Deze Staphorster wordt meer dood dan levend Hasselt binnengereden op een kar. Zijn kornuiten leggen de jongen in een steeg naast een etablissement en stellen een ‘wachter’ aan die een gulden krijgt voor zijn werk. Ondertussen hoppen ze zelf van kroeg tot kroeg. Bij hun terugkeer stellen ze vast dat hun vriend nog leeft en trekken ze weer naar Staphorst. “Zou nooit verandering komen in deze treurige gewoonte?”, besluit de correspondent zijn verhaal. “Het was lotingsdag geweest en dan is kalmte en gelatenheid doorgaans niet de eigenschap die de lotelingen kenmerkt”, schrijft de krant ook over een gebeurtenis in Genemuiden. Daar gedragen twee jongens zich opvallend rustig tot hun ‘meisjes’ naar huis gaan, dan lijkt het alsof ze alle schade willen inhalen, zo meldt de journalist vilein. 

Celstraf aan de broek

Het duo trekt zingend door Genemuiden en krijgt een waarschuwing van de twee veldwachters. Daarvan zijn de Genemuidenaren niet gediend, waarna een van de twee een tik uitdeelt aan de diender. Hoewel ze dat voor de rechter ontkennen, krijgen ze toch twee weken celstraf aan de broek. 

Daarbij hebben ze de pech dat getuigen, die stellen dat er geen klap is uitgedeeld, hun onschuld niet kunnen bepleiten. Ze hebben geen geld om naar Zwolle af te reizen.

Lotingsdag wordt uiteindelijk in 1939 afgeschaft. De militaire dienstplicht pas zestig jaar later.

Erik Driessen duikt voor De Stadskoerier wekelijks de online krantenarchieven in. Hij diept historische, hilarische of opmerkelijke berichten op.