Uitzichtpunt Zuiderzeezicht langs de dijk Oppen Swolle.
Uitzichtpunt Zuiderzeezicht langs de dijk Oppen Swolle. Erik Driessen

Tuinpad van mijn Vader: Bij Zuiderzeezicht daalt bij elke trede het land en stijgt het licht

Erik Driessen beschrijft in de rubriek Het Tuinpad van mijn Vader (uit Het Dorp van Wim Sonneveld) wonderschone en spuuglelijke plekken in Zwartewaterland. Hij struint door Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis op zoek naar jeugdherinneringen en bijzondere geschiedenissen.

“Kijk, bij elke trede daalt het land en stijgt het licht”, dichten de tegels van een stenen trap op de dijk Oppen Swolle die naar Zuiderzeezicht lijden. Dat is een uitzichtpunt dat uitkijkt op het Vogeleiland en vooral de plek waar vroeger de zeeschepen van en naar Genemuiden en Zwartsluis voeren. 

Kunstwerkje

Een paar jaar geleden plantte de provincie Overijssel het kunstwerkje op de dijk. Zoals bij dat soort gelegenheden gebruikelijk struikelden de notabelen nog net niet over elkaar. In mijn herinnering regende het hard en stond er een stevige bries. Alsof de Zuiderzee de polder weer wilde heroveren. 

Een paar keer per jaar loop ik de gedichttegels naar boven. Je ziet er zwanen, torenvalken en met een beetje geluk een zeearend. Bootjestoeristen varen van en naar Kadoelen. Wandel je een beetje naar rechts dan zie je de Ramspol. Op mooie dagen zit je hier prachtig. De komst van de Noordoostpolder veranderde veel, maar om de een of andere reden ging de ziel van de Zuiderzee nooit helemaal verloren. Misschien is dat wel de kerngedachte achter dit Zuiderzeezicht.

Vogeleiland

En dan ligt er natuurlijk nog dat Vogeleiland. Een herinnering aan de uitgebaggerde grachten van Kampen, heb ik wel eens begrepen. Van rotzooi kan blijkbaar een hoop schoonheid komen. 

Bijna dagelijks rij ik langs het Vogeleiland en kijk ik verlangend naar dat mystieke stuk grond in het Zwarte Meer. Meer dan zestig soorten vogels fladderen daar rond, lees ik op de website van Natuurmonumenten.Ik wilde wel eens kijken op dat eiland waar ooit Genemuider koeien graasden. Tot twee keer toe bliezen organisatoren de excursie af, waarin ik een teken zag dat mijn voetafdrukken niet in de Kamper bagger thuishoorden. Tot op een zomerdag een schipper van de excursieboot van Natuurmonumenten belde. 

Verrassend landschap

Hij zou nog een keer met een Genemuider boer naar het eiland varen. Die wilde nog een keer de grond zien waarop hij vroeger de koeien liet grazen. Of ik meewilde om deze bijzondere geschiedschrijving vast te leggen voor de plaatselijke krant. Dat leek me wel wat. 

En zo zette ik voor het eerst voet aan de grond van het Vogeleiland. Ongelooflijk hoe lang je daar nog kunt lopen in een verrassend landschap. Een wandeling over het eiland duurde bijna twee uur. Dat zie je er vanaf de wal niet aan af. 

Eerst kom je op de voormalige weilanden en daarna wacht een afwisselend landschap, met een lang vlonderpad naar een vogelkijkhut als hoogtepunt. Daar heb je de indruk dat je in een Zuid-Amerikaans moeras loopt. De zeearenden gaven die dag niet thuis. Al te dichtbij het nest mochten we ook niet komen. De excursieleider had het over een ‘vliegende deur'.

Die vloog niet veel later over onze woning. Tijdens zijn vlucht zette hij de complete tuin in de schaduw.

Majestueus gezicht, ik kan niet anders zeggen.