Afbeelding
Noa Blei

Albert H.

(door Jan Blei)

Het is een naam die ik met respect vermeld: Albert H., muziekdocent uit Genemuiden. Terugkijkend naar de dagen van ooit, besef ik eens temeer hoe belangrijk hij is geweest voor mijn ontwikkeling. En niet alleen die van mij.

Het zal ergens begin zeventiger jaren zijn geweest: ik maakte de overstap van MULO naar MAVO, en kreeg te maken met een nieuwe muziekdocent. Albert H. Hij draaide projecten over ‘Tommy’ van the Who, voor dit kereltje was dat een vorm van genade. Ik heb het multo-mapje nog altijd ergens liggen.

Albert was vrijgezel, het was een kwestie van tijd voor we bij hem thuis werden uitgenodigd. Een bungalow aan de Vlakte: vrijplaats voor het moderne, zich ontwikkelende leven. In mijn beleving waren we er iedere dag. Hij had een prachtige platenverzameling, variërend van klassiek naar moderne pop. Blood Sweat and Tears, Pink Floyd, Procol Harum, Bach en oneindig veel meer.

Nooit vergeten hoe liefdesverdriet als een donkere deken op me neerdaalde. Ina D. zette een punt achter onze romance. Mooi meisje uit Hasselt, met rode kortgeknipte krullen. Ma dacht dat het een jongen was. Toen het voorbij was, heb ik m’n verdriet aan de Vlakte, bij Albert Hoekman, verwerkt.

Ruby Tuesday van the Rolling Stones was de song die mij er bovenop hielp. Tranen; een emmer vol, plus een dramatisch vormgegeven bericht dat ik deelde met klasgenoten. Mag toch hopen dat niemand dat bericht per ongeluk bewaard heeft. Hoe melodramatisch wil je het hebben. 

Het bijzondere aan Albert was dat we altijd bij hem terecht konden, ook wanneer hij er niet was. Roel L., Albert S., Hilbert S., Jurrie B., en vele anderen. We voerden eenden met in bier gedrenkt brood, zagen meeuwen ladderzat van de vlaggenmast tuimelen en deden dingen die God ten strengste verboden had.

Het was een wonderbaarlijke tijd, onvergeetbaar. Later verhuisde Albert naar de Marijkestraat en het Lage Land, wij verhuisden mee en maakten ongebreideld gebruik van zijn onwaarschijnlijke gastvrijheid. Wanneer ik in het weekend uitging, ging ik eerst op een drafje langs Albert en z’n schuurtje, waar m’n uitgaanstenue gereed lag: legerjack en legerschoenen.

Pa en Ma hebben daar nooit iets van geweten. Maar goed ook! Albert ging mee naar Londen, later naar Cornwall met een blik vol MAVO-gangers. Er speelde van alles in de relationele sfeer. Zo gaat dat wanneer je jong bent.

Memorabele trips, vol indrukwekkende momenten. Aan het Lage Land verdween gaandeweg de betovering. Albert kreeg Klazien, wij groeiden groter, en op een gegeven moment was het voorbij. Nog altijd denk ik met weemoed terug aan die dagen. In het besef dat het goed was, volmaakt, en eigenlijk nooit beter is geworden.