Afbeelding
Noa Blei

Crash

(door Jan Blei)

Het is zondag 27 maart 1977. Ik sta op het punt te vertrekken naar de kazerne in Ede. Bus, trein, overstappen en een eindje lopen, meer is het niet, gaat al zo sinds januari ‘76. Diensttijd, je weet wel.

Honderd meter voorbij de achterdeur, word ik overvallen door een gevoel dat ik niet ken. Depressief, neerslachtig, zo anders dan anders, zo grauw en van m’n stuk gebracht, dat ik me afvraag of ik niet gek geworden ben.

Het blijft de hele reis bij me. Een knoop in m’n maag, een unheimisch gevoel van dood en bederf, zo anders dan anders dat ik echt twijfel aan mezelf. Er zijn nog geen smartphones, tablets en andere digitale hulpmiddelen.

Wanneer ik aankom op de Simon Stevin kazerne, zet ik de radio aan. Dan hoor ik het bericht over de crash van een KLM toestel met PanAm op Tenerife. In een oogwenk is de neerslachtigheid verdwenen, en begrijp ik dat ik iets moet hebben opgevangen van de afgrijselijke paniek en ontzetting in beide toestellen die met elkaar in botsing kwamen.

Oog in oog met de dood. Onze reis naar Amerika, met militaire kameraden, moet in de zomer van ‘77 hebben plaatsgevonden. Ik herinner mij onze zenuwachtige blik tijdens het taxiën naar de startbaan. Is de baan vrij, overleven wij de start, Tenerife in onze gedachten, de dood in ons brein. 

Veel later in m’n diensttijd maak ik het nog een keer mee. Ik ben sergeant verbindingen, en reis wekelijks met een ééntonner plus chauffeur richting Dongen om een aantal controles uit te laten voeren. Die maandag is het sneeuwwit. 

Opnieuw raak ik bevangen door paniek en vermoed naderend onheil. Honderd meter buiten het kazernehek raken we in een slip, schuiven tussen meerdere bomen door en overleven de crash. Er is meer tussen hemel en aarde Horatio. 

Na m’n diensttijd besluit ik een studie te volgen aan de HBOV in Zwolle: verpleegkunde. Mijn psychologie-docent is Jaap van de Burgh, hij heeft wel wat met alternatieve realiteiten en zet mij op het spoor van ‘het paranormale’. 

Ik ga op bezoek bij André Groote, paragnost en bandlid van een aantal bands die ooit Sarasani hebben aangedaan. André beweert dat ik een gereïncarneerde Atlantiër ben.

Een inwoner van het legendarische Atlantis dat ooit door de golven is verzwolgen. Tijdens m’n diensttijd bezoek ik kruidenlady Mellie Uyldert, zij beweert hetzelfde, trekt m’n horoscoop en heeft het ook over Atlantis. Het zal wel; het commentaar stimuleert me wel om m’n eindexamen scriptie te wijden aan paranormale geneeskunde.

Ik kom ermee weg, onvoorstelbaar bijna; het is in de dagen dat ene Christien m’n leven komt binnenwandelen.
Those were the dayzz!