Dodelijke ziektes slaan in vorige eeuwen keihard toe in Genemuiden

(door Erik Driessen)

GENEMUIDEN – De sterftecijfers in Genemuiden waren tussen pakweg 1850 en 1900 twee keer zo hoog dan in de rest van Nederland. Vooral onder arbeiders sloegen ziektes zoals pokken, cholera, kinkhoest en tyfus genadeloos toe. Alleen al in 1871 stierven 86 Genemuidenaren aan de pokken. Ook kinderen groeiden op in erbarmelijke omstandigheden. 

“Die is veur Wicher...”, luidt de kop boven een artikel uit een Zwolse Courant van 2001, die Mart Snel uit zijn archief opdiept. Die zin werd decennialang veel gebruikt in Genemuiden. Wie aan een ziekte bezweek of op een andere manier kwam te overlijden, moest immers de gang maken naar doodgraver Wicher Beens. De Zwolse Courant publiceert het artikel omdat Henk Beens zijn boek ‘Schakels in de Tijd’ publiceert.

Hoe schrijnend Genemuiden er aan toe was, blijkt ook uit mijn eigen familiegeschiedenis. De kindersterfte binnen de familie Driessen is rond de een na laatste eeuwwisseling verschrikkelijk hoog. Mijn opa verloor vijf broers of zussen die niet ouder dan dertig jaar zijn geworden, waarvan er drie voor hun zesde levensjaar overlijden. Ook in andere Driessen-gezinnen overlijden kinderen. Henk Beens beschrijft in zijn Schakels in de Tijd dat in het gezin van katoenweversbaas Jan Beens maar liefst elf van de twaalf kinderen sterven.

De oorzaken voor de ziektes zijn niet moeilijk aan te wijzen. Veel Genemuidenaren wonen in slechte huizen, eten te weinig of slecht, drinken onzuiver water en de hygiëne staat bepaald niet op een hoog peil. 

Lees verder in De Stadskoerier Extra