De 'Ark van Noach' op drift in de haven van Urk op 3 januari 2018.
De 'Ark van Noach' op drift in de haven van Urk op 3 januari 2018. Foto: Enrico Kolk

‘Ark van Noach’ delft onderspit in rechtszaak tegen scheepswerf Geertman uit Zwartsluis

(door Enrico Kolk)

ZWARTSLUIS – Scheepswerf Geertman heeft een rechtszaak tegen de ‘Ark van Noach’ gewonnen in hoger beroep. In de zaak moest het Sluziger bedrijf ‘opboksen’ tegen zeven verzekeringsmaatschappijen. Die zijn door de rechter opnieuw in het ongelijk gesteld. In 2019 oordeelde de rechter al dat er geen sprake was van grove schuld.

De zaak draait om een brand die plaatsvond op 18 april 2018. Geertman voerde toen reparatiewerkzaamheden uit aan het tentoonstellingsschip ‘Ark van Noach’. Dat schip werd naar Zwartsluis vervoerd, nadat bij een storm op 3 januari dat jaar op Urk schade opliep. De ark raakte toen op drift en ramde diverse zeilschepen.
Er ontstond schade, die op de werf bij Geertman gerepareerd werd. Bij die werkzaamheden is brand uitgebroken, waardoor schade is ontstaan. De schadeverzekeraars en de eigenaar van het schip hebben de werf aansprakelijk gesteld voor het ontstaan van deze schade. Volgens de verzekeraars kon het bedrijf geen beroep doen op een zogeheten exoneratiebeding (uitsluiting van wettelijke aansprakelijkheid voor schade). Zij vonden dat er sprake is van grove schuld bij leidinggevenden bij de werf.

Op 17 april 2018 spraken de bestuurder van de scheepswerf en een medewerker van de ark over de werkzaamheden met betrekking tot de stootrand van het schip. De medewerker van de ark adviseerde om de stootrand niet met een snijbrander, maar met een slijptol te verwijderen. Na een bespreking met medewerkers van de werf, besloot de bestuurder toch om het verwijderen te laten uitvoeren met behulp van een snijbrander. Dat gebeurde een dag later en daarbij is brand ontstaan. De brandweer is ter plaatse gekomen, maar toen was de brand al zo goed als geblust door de medewerkers van de werf.

Ondanks de brand waren er diverse voorzorgsmaatregelen genomen. Zo was het houtwerk van de schip voorafgaand aan de werkzaamheden nat gemaakt, is het isolatiemateriaal achter het hout zoveel als mogelijk weggeduwd, een grote stalen beschermplaat gebruikt om gesmolten materiaal op te vangen, een elektrische waterpomp in de buurt van de werkzaamheden aangesloten. Daarnaast zijn zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde van het schip brandblussers klaargezet en heeft er zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde van het schip een brandwacht gestaan.

De rechtbank vindt dat er voldoende veiligheidsmaatregelen werden genomen. "Het gaat er niet om wat volgens de verzekeraars de beste werkwijze was geweest en waarom, maar om de vraag of het werken met de snijbrander in combinatie met de genomen voorzorgsmaatregelen zo risicovol was dat sprake is van grove schuld”, legt de rechtbank uit. Die is van oordeel dat dat niet het geval is. De verzekeraars moeten daarom de proceskosten van 11.613 euro betalen aan Geertman.

Dit is een Stadskoerier Extra-verhaal