De grote karekiet.
De grote karekiet. Foto: Carles Pastor/Wikimedia

Essay: Benedenloop van het Zwarte Water en dynamiek (3)

(vervolg van vorige week)                        (door Albert Corporaal)

Jeugdherinneringen zijn het geworden waar decennialang gebruik van deze rivier heeft getoond hoe de keuze tussen economisch gewin en ecologische schoonheid uitviel. Gelukkig kwamen er wetten en vooral besef dat een rivier niet voortdurend geknecht kan worden, maar wat is het moment dat de wal het schip keert...? Is dat moment nu eindelijk aangebroken, nu Rijkswaterstaat het onzalige voornemen heeft de rivier, haast als het Meppelerdiep, in stalen damwanden te gaan inpakken, is dat wat we willen?

De eigenaar-beheerder van dit water, Rijkswaterstaat, heeft gemeend om de oevers, voor zover die nog een rest van een vitale rietzoom hebben, te moeten gaan scheiden van de vaargeul. De dynamiek die al was gedecimeerd sinds de Afsluitdijk, wordt hierdoor nog verder teruggebracht. En dat heeft gevolgen: de dynamiek die ooit de rietzomen langs de rivier mogelijk maakte, vooral die ijle buitenzoom met waterriet, dreigt met de voorgenomen plannen volledig te verdwijnen. En daarmee zal ook het (potentiële) habitat van de Grote karekiet gaan verdwijnen en plaats gaan maken voor gematigde condities waar ‘moeras’ bij hoort en niet het leefgebied van bijzondere soorten. 

Beter ware het dat Rijkswaterstaat de scheepvaart aan restricties ging binden in plaats van weer te kiezen voor het economische gewin. Mijn jeugdherinneringen zullen wel blijven, maar nu gaat het om heel andere zaken. En als je dat, professioneel, zou toetsen aan vereisten inzake Natura2000, dan denk ik dat het verfoeilijke voornemen ras de prullenbak in zal verdwijnen. En daar hebben meer partijen baat bij: hen die van een slingerende maar intacte rivier kunnen genieten, hen die weten dat rietzomen naast habitat voor vogels ook voor gespecialiseerde vissen (vooral Snoek) essentieel zijn, voor de watersporter, voor visminnaars die weten dat zulke rietzomen als paaiplek essentieel zijn. En wat te denken van deze maatregelen, een ruim boven water uitsteken damwand, als het peil van het IJsselmeer nog eens verhoogd gaat worden: zijn deze peperdure investeringen dan wel zinvol geweest.

Laten we voor dit prachtige gebied toch een zinvollere weg inslaan en laten we deze unieke riviermonding vanaf de Vecht weer benutten op een voor natuur respectvolle manier die weer ruimte laat voor een soort als Grote karekiet en haar lotgevallen. Want wat is er straks mooier dan dat we weer een rivierdelta hebben waarin je zonder problemen kunt gaan zwemmen en kunt gaan genieten van het krakende geluid waaraan de soort haar Nederlandse naam te danken heeft: kare-kare-kiet-kiet-kiet-kiet…..

Dat was het laatste deel uit een driedelige serie.

Is dat wat we willen?