Stoomgemaal Mastenbroek: Dood, verderf en droge voeten

Zwollenaar Derk Linthorst moet vlak voor de kerstdagen van 1856 naar de Kamperzeedijk. Daar wordt de schildersknecht in het fonkelnieuwe stoomgemaal verwacht. De Zwollenaar heeft behoorlijk wat sterke drank achterovergeslagen, blijkt al snel. Blijkbaar was het in die tijd niet gebruikelijk om iemand naar huis te sturen. Zijn collega’s besluiten dat hij beter geen ´gevaarvol werk´ kan doen, zoals de Zwolsche Courant het later beschrijft. Linthorst gaat in plaats daarvan ruiten inzetten.

In een pauze gaat het toch mis. Linthorst let niet op en komt tussen de kamraden van de polderreus terecht. “Alle pogingen tot redding zijn tevergeefs”, beschrijft de Zwolsche Courant het tafereel. Een andere verslaggever kiest voor een meer beeldender teks..