Afbeelding
Noa Blei

Harry Muskee


(door Jan Blei)

Vrijdag 30 september 2011; onderweg naar Grolloo om afscheid te nemen van Harry Muskee, bij leven al een legende, voorman van Cuby & the Blizzards. Honderden fans moeten onderweg zijn; ik krijg een visioen en zie een Google Earth kaart van Nederland met traag voortkruipende-, rood pulserende lampjes.

Rond Grolloo smelten de lampjes samen om uit te waaieren tot een beschermende koepel van licht die als een deken van heimwee over het dorp uitwaaiert. De eerste die ik tref is Hans Lafaille; drummer van Cuby. Wat een dag om afscheid te nemen; nauwelijks wind, veel zon, en vlaggen overal. Halfstok, dat wel.

Rond café Hofsteenge, voormalige stamkroeg van C+B, verzamelen zich de eerste fans. Mannen met grijze haren en baarden, zwarte t-shirts en dromerige ogen, vrouwen van ‘middelbaar’ met al even dromerige ogen die fluisterend naar binnen kijken en ‘Window Of My Eyes’ neuriën. Ik loop naar het Cuby museum waar Harry ligt te wachten, het is kwart over twee, er staat een man of dertig op wacht.

Gaandeweg wordt het drukker, ik tref de Sluzigers Koos en Alwin en ben blij verrast. Koos begint over het Cuby concert in Zwartsluis, ergens achter in de jaren zestig. Ik mocht erin omdat ma lid was van de organiserende Oranjevereniging. Koos niet, hij kroop stiekem onder het zeil door en was er ook bij. We delen een zoete herinnering; comrads in music!

Wanneer de deuren van het museum opengaan is het rijtje wachtenden aangegroeid tot een imposante rij van honderden belangstellenden. En dat om drie uur ’s middags. Binnen teken ik het condoleance register en snuif de geuren van een imposant verleden. Harry ligt in een kleine kamer met bloemen, kaarsen en een witte piano. Op de eenvoudige eikenhouten kist een foto. Wanneer ik oog in oog met hem sta kruipen de tranen in m’n keel. “Dank je Harry, mede namens Henny die dol op je was”.

De rij wachtenden groeit en groeit, het moeten er duizenden zijn; er zijn cameramensen, interviews en er is dat beroemde bluescafé waar iedereen zich verzamelt. Schuin tegenover het cafe, onder hoge oude bomen, militairen die een eregroet brengen. Bier, koffie, rinkelend glas en een bijna mystieke ondertoon van rust en harmonie.

Rond vieren vertrek ik uit Grolloo, gelukzalig om zoveel warme bewogenheid en gedeelde muzikale herinneringen. We hebben geen afscheid van Harry genomen; we hebben z’n leven gevierd. Zo lang onze generatie adem heeft, gaat hij met ons mee.

Met prikkende ogen rijd ik naar huis. Ik draai aan de knoppen: “Apple Knockers Flophouse”. Jammer dat ik de tribute van Harry’s band heb gemist! Eind september 2011: vergeten zal ik het nooit, heilig moment.