Afbeelding
Foto: Noa Blei

Boekenspoor

(door Jan Blei)

In de jaren zeventig ben ik gaan lezen. Hubert Lampo was favoriet, magisch realisme. Herman Hesse kwam er onmiddellijk achteran en Tolkien ook. Al vroeg verslond ik boeken over het UFO fenomeen, inmiddels brandend actueel met alle ontwikkelingen in de Verenigde Staten. John Keel met ‘UFO’s, operatiepaard van Troje’, was de eerste kennismaking. Het staat nog altijd prominent in m’n boekenkast.

Mijn interesses in de puberteit? Alles wat met mysterie te maken had: de aard van het universum, sterrenkunde, religieuze systemen en mystiek, Jungiaanse psychologie, science fiction, fantasy, wijsheidsboeken, Noorse mythologie, spiritualiteit van Amerikaanse indianen, Atlantis, megalitische bouwwerken in Europa, BRES, voetbal, top 40, meisjes, flowerpower en honderd andere dingen. Mysterie was het sleutelwoord. We draaiden Genesis, Camel, Creedence Clearwater Revival, Leonard Cohen, David Bowie, de flowerpower versie van Elly en Rikkert, Alice Cooper, Simon and Garfunkel, Crosby Stills Nash and Young, Grand Funk Railroad, Dire Straits, Pink Floyd en Supertramp.

Het was de ‘overhoop’ tijd waarin alles door elkaar buitelde, het leven ontdekt moest worden, relaties vorm dienden te krijgen, teleurstellingen verwerkt moesten worden en de toekomst vorm gegeven. Terugkijkend; de meest intense periode van m’n leven. Alle wegen naar morgen lagen open, honderdduizend afslagen, op de achtergrond continu dat besef dat het bestaan een raadsel is waar je een levenlang mee vooruit kunt. Ik versleet kortstondige relaties en hield me vast aan het idee dat er vanzelf iemand m’n leven binnen zou lopen die de ware was, de liefde van m’n leven.

Dat gebeurde, het markeerde het einde van een periode waar ik met veel warmte en liefde op terugkijk. Je bent jong en beleeft dat jong zijn maar één keer. Eigenlijk is de chaos van de puberteit een afspiegeling van de chaos die je overal in het universum aantreft. De schrijvers van toen spelen nog altijd een belangrijke rol in m’n leven. Tolkien is nooit ver weg, Lampo en Hesse ook niet.

Wat ik in de loop van de jaren een beetje verloren ben is het gevoel voor mysterie; de betovering, de magie, het besef dat we nauwelijks weten waar het in dit leven om gaat. Dat mis ik, maar misschien hoort dat bij het ouder worden, het gevoel dat je alles wel gezien, gevoeld en gehoord hebt.

Ik probeer dat te tackelen door terug te keren naar m'n oude liefdes: UFO's en muziek. Jarenlang draai ik nu ‘Days Of Future Passed', de opvolger van Henny Leenman's ‘When I Was Young'. Dat voelt goed. M'n ouwe maat is nog altijd ergens aanwezig, net zoals Reukien trouwens. Met ‘Shoreline' bereiken we de gasten die we willen bereiken. Vanmorgen viel het nieuwe boek van soulmate Taede Smedes door de brievenbus. Titel: ‘We zijn (misschien) niet alleen!

So true!