De natuur staat volop in bloei, zoals hier in Zwartewatersklooster.
De natuur staat volop in bloei, zoals hier in Zwartewatersklooster. Foto: Erik Driessen

Eerste bloeiers, vroege zangertjes, tochten door polder Mastenbroek en mei als topmaand

(door Albert Corporaal)

ZWARTEWATERLAND - Mijn tuin is een belangrijke referentie als het om activiteiten in de natuur gaat: globaal zie ik aan mijn tuin of het winter is, of lente, zomer of herfst. Elke jaar verschuift het weer, bijna één dag per jaar, want het voorjaar lijkt tegenwoordig al te beginnen toen het vroeger nog dikke winter was.

Denk aan bloeiende hazelaars (wel heel goed kijken naar de vrouwelijke bloem), waarvan de mannelijke, neerhangende katjes bij de eerste voorjaars-zonneschijn al geopend zijn en hun stuifmeel rijkelijk rondstrooien en wat op hun beurt tot overlast kan leiden bij mensen die daar gevoelig voor zijn: hooikoorts. Ooit had ik iemand mee om een weeklang te struinen langs de Loire in Frankrijk en die bleek veel last van hooikoorts te hebben, nota bene van gras waar we een hele week tussen zouden verblijven. Medicijnen vergeten en dan weet je het wel: dikke tranende ogen, snotteren, hoesten en andere overlast. Van nood toen een klein zwembrilletjes gekocht en over was de kwaal: de oplossing zag er dan wel niet uit, maar – in zijn geval - wel zeer probaat.

Eerste bloeiers

Terug naar mijn tuin: je ziet dat de winter, op een paar natte sneeuwbuien en een nachtvorstje na, al weer aan het voorbij gaan was als allerlei planten hun neuzen ruim boven de grond steken of volop bloeien: eerst de bolgewassen en als eerste bloeiers verschenen kort na de kerst: sneeuwklokjes. Ze staan al jaren op dezelfde plek en stoelen maar heel langzaam uit, nu al weer meer dan 30 jaar. Maar bij goed kijken zie je ook al veel meer: gekiemde kievitsbloemen waarvan de draad-dunne kiemplantjes alleen tussen de kortste en langste dag kiemen, daarnaast een beetje omhoog-gedrukte grond verraadt de komst van Voorjaarshelmbloem, daarna aarzelend krokussen, allerlei tulpen, blauwe druifjes en soorten kerstroos die nu eenmaal veel later bloeien dan de ‘echte’ kerstroos die al bloeit met (een milde!) kerst. Nu dit artikel verschijnt is het voorjaar al weer gevorderd.

Ogen de kost

Niet lang daarna, op de zonzijde het eerst, volgt het speenkruid met haar gele bloempjes. Het is één van de meest voorkomende vroege bloeiers die zich spontaan gevestigd heeft, geholpen door merels en lijsters, en die in de volle zon rijkelijk bloeit, maar die voor de zomer verdwenen is. Na deze boterbloem-soort volgen er nog meer: kruipende -, scherpe -, knol-, behaarde boterbloem en tegen de zomer ook nog egel- en grote boterbloem: geef je ogen maar goed de kost. Ondanks dat het voorjaar geleidelijk verschuift blijft de volgorde bij de bloeiers alsmaar hetzelfde: de ‘echte’ kerstroos is eigenlijk de eerste (of liever de laatste van het vorige jaar) en naar mijn gevoel en waarneming blijft het sneeuwklokje het winnen. Fiets eens rond, op een mooie, vroege voorjaarsdag, dan zie je overal bloeiende sneeuwklokjes en nu bermen vol bloeiend raapzaad en koolzaad, met hun mooie gele kleuren. 

Neem in het voorjaar eens een tocht door Mastenbroek, waar de sneeuwklokjes het gazon van de oude terpen haast helemaal opvullen. En oostelijk van Hasselt, op Rouveen en Staphorst, daar worden de oude tuinen nog eens extra opgefleurd door de echte wilde narcis, ‘op Stapperst’ de tieloze (tijloos) genaamd; anders dan de officiële tijloos (Colchicum), ook een bolgewas, maar een nazomerbloeier, helemaal zonder bovengrondse bladen. En dat zijn nog maar een paar planten, want je kunt net zo goed een mooi verhaal maken over de vogels die ieder jaar weer uit zuidelijke oorden terugkeren.

Vroege zangertjes

Denk aan de vroege zangertjes als de rietgors, die hier alleen komen om hun eieren te leggen en hun jongen groot te brengen en haast stiekem weer vertrekken; maar dan zijn heel veel soorten hun weer voorgegaan: talloze vogels van het grasland (tureluur, grutto), van de bosranden en parken (braamsluipers en tuinfluiters), van plekken met veel insecten (zwaluwen en gierzwaluwen), moerassen en ondiep water (visdiefjes en zwarte sterns), etc. En mei is de topmaand, want dan legt elke vogel een ei….. .