Afbeelding
Foto: Gerard Meijeringh

Zwartewaterlanders hebben 80 kilo minder restafval dan andere Nederlanders

Algemeen

ZWARTEWATERLAND - Inwoners van Zwartewaterland scheiden hun afval goed, zo blijkt ook weer uit de Grondstoffenmonitor 2021 van de ROVA. In totaal bieden mensen jaarlijks 51 kilo restafval aan, terwijl dat aantal bij de gemiddelde Nederlander op 132 kilo ligt. 

Wethouder Harrie Rietman is blij met de situatie in Zwartewaterland. “Meer scheiden betekent minder verbranden en dus minder betalen. Zo houden we de afvalstoffenheffing laag én sparen we het milieu.”

Voor het tweede jaar op rij stijgt de hoeveelheid restafval wel licht. Volgens ROVA heeft dat te maken met de coronajaren, waarin mensen meer thuis waren en dus meer afval hadden. Ook zitten er in de containers iets meer spullen die daarin niet thuishoren. Toch blijft Zwartewaterland onder het ROVA-gemiddelde. 

“We verwachten dat we over 2022 nog betere cijfers presenteren. Samen met de ROVA zijn we bezig met de campagne Terugwinnaars. Die laat zien welk afval in welke container moet. De resultaten van de actie zijn binnenkort bekend”, aldus Rietman.

Inwoners van Zwartewaterland boden in 2021 ruim 84 procent van de grondstoffen gescheiden aan. Daarbij valt te denken aan pmd (plastic, metaal drankverpakkingen), gft, textiel en papier. Dat wordt niet gezien als afval, maar als grondstoffen. Die worden gebruikt voor het maken van nieuwe producten. “We liggen ruim boven het landelijk gemiddelde van 74 procent en iets boven het gemiddelde van de ROVA-gemeenten. Dat is een goede zaak. We horen daarmee tot de koplopers van Nederland.’

De ambities van de gemeente reiken verder, zegt Rietman. “Wij streven naar een betere afvalscheiding, zodat we nog minder restafval overhouden. De ROVA komt nu nog te vaak materialen in containers tegen die daarin niet thuishoren. Goede voorbeelden zijn plastic zakken en luiers in het gft-afval. Daardoor is dat afval niet meer geschikt als grondstof voor nieuwe producten. Dan wordt het verbrand. En dat is zonde. Verbranden is duur én slecht voor het milieu. Dat moeten we dus zoveel mogelijk voorkomen.”

Enrico Kolk