Albert Corporaal met zijn boek.
Albert Corporaal met zijn boek. Foto: Enrico Kolk

Albert Corporaal onderzocht kievitsbloem 50 jaar

(door Enrico Kolk)

HASSELT – Ruim vijftig jaar was Albert Corporaal bezig met onderzoek naar een bloem waar hij een bijzondere fascinatie voor heeft: de kievitsbloem. Na zo’n vijf jaar schrijven is zijn boek over kievitsbloemen klaar.

Dat presenteerde hij enige tijd geleden in Sluuspoort. De vraag waarom de kievitsbloem hem bezighoudt, kan hij maar moeilijk beantwoorden. “Het is voor mezelf ook de eerste vraag. Het heeft me wel altijd geprikkeld: Waarom staat dat ding nou hier zoveel?”

In de loop der jaren hield hij veel studenten met dit onderwerp bezig. “En de uitkomsten gebruikte ik voor dit boek”, vertelt hij. “Hoe ingenieus de natuur in elkaar zit en hoe kwetsbaar relaties kunnen zijn. Want de kievitsbloem wordt niet ziek van insecten, sterker nog: als er geen insecten bijkomen is er vaak aan de hand.”

De kievitsbloem moet het vooral hebben van de hommel, weet hij. “Wij zien mooie kleuren, maar de hommel is kleurenblind. De ultravioletstraling van de zon raakt weerkaatst aan de binnenkant van kievitsbloem en dat valt op bij de hommel. Die ziet een soort schittering, eigenlijk knipperlichtjes. En dat is het aanlokkelijke: hoe meer de bloem bij zo’n hommel opvalt, hoe groter de kans dat die naar de bloem toekomt.”

Wat zit de natuur toch mooi elkaar, verzucht Corporaal. “Die kievitsbloemen staan allemaal tegelijk in de bloei en het is net alsof er dan een soort menselijke gedachte is: ‘ik moet opvallen, dan komt ‘ie bij mij en word ik niet ziek’.”

Om die bijzondere werking van de kievitsbloem na te bootsen, voerde hij experimenten uit met aardappels. “Die plant heeft iets weg van de bouw van de kievitsbloem. We hebben aangetoond dat bloeiende aardappels ook nectar kunnen afscheiden en dan minder last hebben van aardappelziekte. Het effect is dus hetzelfde.”

In zijn boek beschrijft Corporaal dat experiment volledig. Ook is er in het boek ook veel over verwante soorten te vinden. “Wereldwijd zijn er 190 soorten kievitsbloemen”, merkt hij op. “En toch groeit ‘ie vooral hier, rondom Zwolle en er staan er ook nog wat bij Zuid-Holland. Maar als er daar nog duizend voorkomen is dat het wel zo’n beetje. Het gebied langs het Zwarte Water en de Vecht en in de Brommerd zijn de toppers. Daar staan wel een paar miljoen exemplaren als ze allemaal bloeien.”
Voor de schrijver zelf is er ook aandacht in het boek. “Ja, ik kom er ook steeds zelf in voor. Geleidelijk aan krijg je de indruk: ‘Toch wel een apart jongetje, die heeft wel veel met de natuur’. Dat dachten mijn ouders vroeger ook.”

Wereldwijd zijn er 190 soorten kievitsbloemen

Zo staat er niet alleen geschiedenis van de kievitsbloem in, maar ook van de schrijver. Het is oppassen dat de kievitsbloem zelf niet geschiedenis wordt, merkt Corporaal op. “De bloem groeit nu vooral in uiterwaarden. Door overstromen worden gewassen weggedrukt, ht zaad verspreidt zich goed en er blijft wat modder achter waardoor de bodem steeds beetje hoger komt. Dat vindt die plant wel aardig. Vroeger groeide de kievitsbloem ook wel binnendijks, maar door het intensiveren van de landbouw is dat tot een einde gekomen.”

Wel is er inmiddels meer aandacht voor de bloem, tot grote vreugde van Corporaal. “Er is sowieso meer bewustwording van de natuur en gelukkig is er ook aandacht voor deze soort. Neem eens de moeite en ga eens een keer kijken.”