Afbeelding
Foto: Aangeleverd

Vitters levert ‘wolf in schaapskleren’ af en begint aan bouw elektrisch jacht

Algemeen

ZWARTSLUIS – Vitters Shipyard is begonnen aan haar grootste project ooit op de Sluziger werf. “De grootte is echter niet wat het meest noemenswaardige is van dit project, het is de gehele energiehuishouding aan boord wat dit jacht zo bijzonder gaat maken”, schrijft het bedrijf in een persbericht.

Meer dan een jaar wordt op de werf gebouwd aan project Zero. Dat jacht krijgt geen verbrandingsmotoren en gaat daarom volledig emissievrij varen. Medio 2025 moet de klus geklaard zijn, het casco staat al buiten te wachten om naar binnen gereden te worden voor de afbouwfase.

Na ruim twee jaar bouwen verlaat deze week een 59 meter klassiek zeiljacht de productiehal van Vitters. “Een moment van trots voor iedereen die met groot vakmanschap, creativiteit en toewijding aan de bouw van dit unieke jacht heeft bijgedragen. Omdat de diepgang van dit jacht te groot is voor het Zwartewater en ook het IJsselmeer, wordt dit jacht op een ponton naar Harlingen gevaren”, legt het bedrijf uit.

Daar wordt het jacht te water gelaten en worden de twee masten van respectievelijk 65 en 47 meter hoog aan boord geplaatst. Na de ingebruiksstelling en enkele proefvaarten wordt het zeiljacht over enkele weken officieel aan de eigenaar overgedragen.

“Dit klassieke jacht, getekend door German Frers uit Argentinië, is een wolf in schaapskleren. Bovenwater oogt het jacht klassiek maar het zeilplan en het onderschip zijn dusdanig geoptimaliseerd om een gooi naar de prijzen te kunnen doen bij de verschillende regatta’s de komende jaren”, aldus Vitters.

De lege plek in de hal wordt opgevuld door project Zero, maar daar blijft het niet bij. “Dat Vitters Shipyard momenteel de juiste koers vaart blijkt maar weer eens uit een deze zomer verkregen nieuwe opdracht voor de bouw van een 68 meter jacht. Met de bouw van het aluminium casco, getekend door Hoek Design uit Edam, wordt in het voorjaar van 2024 gestart en de uiteindelijke levering staat gepland voor zomer 2026.”

Enrico Kolk