Afbeelding
Foto: Enrico Kolk

Hek en baarhuisje van oude begraafplaats in Genemuiden gerenoveerd

Algemeen

GENEMUIDEN - De gemeente gaat dit voorjaar de Oude Begraafplaats aan de Blokhuisweg opknappen. De voorbereidingen voor het onderhoud starten op 18 april. Het giet-smeedijzeren hek en het baarhuisje worden gerenoveerd. De werkzaamheden zijn eind juni afgerond.

“Zwartewaterland heeft een rijke geschiedenis van gebouwen en bijzondere objecten. Daar is de Oude Begraafplaats aan de Blokhuisweg 5 Genemuiden een voorbeeld van. De gemeente zet zich in voor het beschermen van dit historisch erfgoed”, aldus de gemeente. De begraafplaats werd in 1828 in gebruik genomen. Het baarhuisje, dat op de begraafplaats staat, werd gebouwd in 1871. De monumentale onderdelen van de begraafplaats gaat de gemeente restaureren. Tijdens de werkzaamheden blijft de begraafplaats toegankelijk voor bezoekers.
Het stucwerk van de bakstenen muren van het baarhuisje wordt hersteld, waarna de muren opnieuw worden geschilderd. De letters en ornamenten op het baarhuisje worden gerestaureerd. Verder worden ook de drie neo-gotische pinakels gerestaureerd. Deze torentjes worden gedemonteerd en op een andere locatie gerestaureerd. Daarna worden de pinakels teruggeplaatst.

De giet-smeedijzeren hekken rondom de begraafplaats aan de Blokhuisweg worden gerepareerd en gecoat. Ook dit gebeurt op een andere locatie. Daarvoor wordt het hekwerk op 25 april gedemonteerd en vervoerd. Met het terugplaatsen van het hekwerk, eind juni, worden de werkzaamheden afgerond. De werkzaamheden worden begeleid door restauratie-architect Bureau Stiel.
Wethouder Maarten Slingerland is blij dat de restauratie kan starten. “Met de monumentale ingang, het baarhuisje en de ligging aan het stadspark is de cultuurhistorische betekenis van de begraafplaats een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van Genemuiden. We gaan verantwoord met monumenten in onze gemeente om. Daarom zetten we ons ervoor in om de architectuurhistorische en cultuurhistorische waarden van deze begraafplaats in oude glorie te herstellen.”

Enrico Kolk