'Kunstschatten’ van Genemuiden samengebracht in boekwerk

Cultuur

GENEMUIDEN - De oude veerman aan het Veerhoofd, het mozaïekwerk ‘De Buuznsnieders’ in het Tapijtmuseum en de lithografie ‘New Babylon’ van schilder Constant Nieuwenhuijs in d’Overtoom. Deze en achttien andere kunstobjecten verspreid over heel Genemuiden worden beschreven in ‘Volg de inspirerende route van de Genemuider kunstschatten’. Het door SCEG geïnitieerde, zeventien pagina’s tellende boekwerkje wordt zaterdag 1 juni officieel gepresenteerd in het Tapijtmuseum. Tiem van Dalfsen is naast Femmy van Dam, Marinus Burgmeijer en Gert-Jan Westhoff één van de schrijvers. “Het idee was om voor Genemuidenaren maar ook voor mensen van buiten handzaam vast te leggen wat er allemaal aan kunst te zien is in Genemuiden”, legt Van Dalfsen uit. “En bij welke gelegenheid het kunstobject werd geplaatst.”Zo komen zowel de buitenkant als het interieur van het uit 1969 stammende Olde Staduus aan bod. De auteurs beschrijven dat het voormalige gemeentehuis op het Havenplein, ontworpen door architect Th. G. Verlaan, is gebouwd in de stijl van de Delftse School (1925-1955). “De architecten uit deze stroming reageerden aan de ene kant op de versierdrift van de Amsterdamse School (zie pand op Westerkaai 48) en aan de andere kant op de nuchtere soberheid van het Nieuwe Bouwen, waarin alle sier juist weggelaten werd.”Binnenhuisarchitect Dirk van Sliedrecht stemde het interieur van ’t Olde Staduus weer af op de architectuur. Maar ook het door Heleen Levano gemaakte borstbeeld van toenmalig koningin Beatrix voor het stadhuis heeft een plaats gekregen in de kunstroute. De Vereniging van Genemuider Tapijtfabrikanten schonk het in 1988 aan Genemuiden, ter gelegenheid van het bezoek van hare majesteit aan de tapijtstad. Daarnaast wordt het Springerpark aan de Blokhuisweg, waar jaarlijks kransen worden gelegd tijdens de Nationale Dodenherdenking, uitgelicht. “Dit is een heel bijzonder park”, vertelt Van Dalfsen. “Omdat in één ontwerp, wellicht van Springer zelf, zowel de Franse als een Engelse landschapsstijl terug zijn te vinden. Het Franse is te herkennen aan de rechte en geometrische lijnen. Het Engelse is rond, frivool, verschillende hoogtes en doorkijkjes. Veel barokker.”De aangrenzende oude begraafplaats huisvest ook een ‘intrigerend’ kunstobject, volgens Van Dalfsen. “Het lijkenhuisje uit 1871 heeft heel bijzondere terracotta gevelornamenten van een zeer hoog niveau. Het huisje heeft typische doodssymbolen als een doodshoofd met knekels en een vliegende zandloper. Dat verwacht je niet in Genemuiden. Iedereen hier kent het huisje, maar niemand weet waar het vandaan komt. Misschien is het huisje er gekomen omdat Genemuiden aan de Zuiderzee lag en er soms een verdronken visser of zeeman aanspoelde die daar dan werd opgebaard”.De oude veerman, bij de veeroversteekplaats naar Zwartsluis, kent eveneens een bijzondere geschiedenis. Het was eind jaren ’80 de eerste door de overheid geïnitieerde kunstopdracht voor de openbare ruimte in Genemuiden. Van Dalfsen was er destijds als PvdA-wethouder bij betrokken.Het is de centrale vraag die de auteurs ook in het voorwoord van het boekwerkje beschrijven: waarom plaatst de (lokale) overheid kunst in de openbare ruimte? “Het heeft als doel om de omgeving te verfraaien. Het heeft ook als doel om iets te gedenken of te vieren. Daarnaast vestig je met een kunstwerk de aandacht op een bijzondere plaats. Bijvoorbeeld de oude veerman. De stad Genemuiden bezit al sinds 1347 het veerrecht over het Zwartewater en misschien vaart de pont hier over 25 jaar wel niet meer.”Het boekwerk is vanaf 1 juni voor 2,50 euro verkrijgbaar bij de Wereldwinkel/VVV in Genemuiden.