Hanneke Rademaker gaat weg bij De Veldschuur

ROUVEEN - Hanneke Rademaker (60) uit Hasselt neemt komende zaterdag afscheid als beheerder van De Veldschuur. Dat werk heeft ze 17 jaar gedaan.

De Veldschuur in het Staphorsterveld nabij Hasselt heeft met Rademaker als beheerder met het nodige succes gedraaid. Er zijn talloze initiatieven en activiteiten ontwikkeld. “Maar zonder de inzet van een grote groep enthousiaste vrijwilligers en het bestuur was dit nooit gelukt”, benadrukt ze met klem. “In de loop van de jaren is de groep vrijwilligers gegroeid tot 50, waarvan er op dit moment 20 personen actief zijn. Door de lange coronaperiode heeft een deel van de vrijwilligers zich al dan niet tijdelijk teruggetrokken. Natuurlijk hopen wij dat een aantal van hen straks weer aan de slag gaat en nieuwe vrijwilligers zijn altijd welkom. De taken van de vrijwilligers variëren van onderhoud terrein, klein onderhoud gebouw, gastvrouw/gastheerschap tot educatie, publieksdagen, lezingen en exposities.”

Voor de start van de Veldschuur in 2005 was Rademaker al jaren betrokken bij de Stichting Milieuzorg Hasselt. “Toen nog onder de bezielende leiding van Wolter van Hasselt en Jeroen Bredenbeek. Ook volgde ik in die jaren de opleiding voorlichting en milieueducatie bij Landstede in Zwolle. Hiervoor liep in stage bij Staatsbosbeheer. In die periode namen Fré Spijk en Jouk Huisman initiatieven voor de realisatie van de Veldschuur. Dit in samenwerking met Staatsbosbeheer.”
Bij de start van de Veldschuur kwam ze in dienst bij de Stichting Vrienden van de Oldematen. “In de beginperiode was er nogal wat weerstand vanuit een aantal bewoners uit Staphorst. Zij vreesden dat er veel gemeenschapsgeld in de Veldschuur verdween en deze locatie zich als een geld- en feestschuur zou manifesteren. Maar later zag men in dat de Veldschuur zich positief ontwikkelde met voorlichting en educatie en paste in de landelijke omgeving.”

Jaar na jaar ontwikkelde het infocentrum zich in positieve zin, geeft Rademaker aan. “In de periode 2010-2012 kwam er plotseling minder budget beschikbaar als gevolg van drastische bezuinigingen op het gebied van natuurbeleid door staatssecretaris Henk Bleker. Dit bedreigde het voortbestaan van de Veldschuur, maar later kwam er gelukkig weer meer budget vrij. Maar ook voor de toekomst blijft voldoende financieel draagvlak altijd spannend.”

Samenwerking met andere organisaties en bedrijven is volgens Rademaker de basis voor succes, want een plus een is drie, zegt ze. “Door de omgeving erbij te betrekken kun je meer bereiken dan door zelfstandig aan de gang te gaan.” Op de vraag wat Rademaker in de afgelopen lange periode het meest frustreerde, antwoordt ze: “Het is nog steeds niet gelukt om een goede en veilige verbinding vanaf Hasselt bij het Kooikerspad/hooibergen naar de Veldschuur voor elkaar te krijgen. Ik ben er verbaasd over dat de politiek en het ambtelijk apparaat van Zwartewaterland dit nog steeds niet mogelijk maakten.”

Maar het positieve gevoel overheerst bij haar. “Het geeft een wauw-gevoel om te zien dat wij met enthousiaste medewerking van vrijwilligers er steeds weer in slaagden om de vele publieksdagen tot een succes te maken. Denk hierbij aan jaarlijkse activiteiten zoals schaapscheren, oogstdag, nacht van de nacht en midwinterdag.” Ze geeft aan dat haar opvolgers al in de startblokken staan. “Dat zijn Jos en Carin Erkens uit Rouveen. Zij gaan met een frisse kijk op de zaak aan de slag. Met nog meer aandacht voor duurzaamheid en door een aantal al bestaande werkwijzen in een nieuw jasje te steken. Vanaf 20 januari draaien ze al mee om zich goed in te werken.”

Rademaker zit vol plannen voor de toekomst. “Straks is er voor mijn man en mij volop tijd om regelmatig langdurig met de door ons zelf omgebouwde en ingerichte bus door Europa op pad te gaan. De druk door je medeverantwoordelijk te voelen voor het functioneren van de Veldschuur is straks verleden tijd. Kortom, tijd om met een goed gevoel terug te kijken op mijn werk bij de Veldschuur en open te staan voor een nieuwe fase in ons leven.”

“Ook voor de toekomst blijft voldoende financieel draagvlak altijd spannend”