Oudste lid Henk van Dalfzen (86) volgt Sportclub Genemuiden nog steeds op de voet

(door Gerard Meijeringh)

GENEMUIDEN - De 86-jarige Henk van Dalfzen is het oudste levende lid van Sportclub Genemuiden. Als 16-jarig jongetje debuteerde hij in Sportclub 1. Zeventig jaar later is hij voorzichtig geworden door het coronavirus en mist hij Sportclub Genemuiden.

In het voorjaar was er nog reden voor een feestje. Henk van Dalfzen en zijn vrouw Jantje waren zestig jaar getrouwd. En toen kwam de coronacrisis. “Vanaf maart ben ik niet meer bij Sportclub Genemuiden geweest. Ik mis het wel”, aldus Van Dalfzen, die al jaren niet geen wedstrijden meer bezoekt van Sportclub Genemuiden. “De ergernis en de spanning. Ik wil geen hersenbloeding krijgen van het voetbal. Maar ik volg alles nog wel.”

Nooit reserve

Van Dalfzen is al vanaf 1945 lid van Sportclub Genemuiden. In 1952 maakte hij op 16-jarige leeftijd zijn debuut in de hoofdmacht van Sportclub Genemuiden. “Ik ben erin gekomen en er nooit meer uitgegaan”, vertelt Van Dalfzen. “Ik heb zeventien jaar in het eerste gevoetbald en ik heb nooit reserve gestaan. Dan zal ik het toch wel goed hebben gedaan. Ik was een rechtsbinnen en kon machtig hard lopen.”

Dakota

Van Dalfzen bouwde een prachtige loopbaan op. Hij werd acht keer kampioen met Sportclub Genemuiden en speelde met zijn neef Harm diverse wedstrijden in het Nederlands amateurteam (zaterdagvoetbal). Volgens Van Dalfzen een prachtige tijd. Een van de hoogtepunten was een trip naar Monaco. “We vlogen met een Dakota. Net op de moment hadden we last van valwinden. Viel dat vliegtuig wel 200 meter naar beneden." In Monaco was hij nog reserve, maar al snel veroverde hij een basisplek. Van Dalfzen speelde zeven interlands. “Ik heb vier jaar alle wedstrijden gespeeld in het Nederlands amateurelftal van het zaterdagvoetbal. Een mooie tijd. Ieder jaar ging ik in een periode van drie maanden één keer per week naar Zeist om te trainen. Ik reisde met de bus en de trein. Dan was je een halve dag kwijt. Je moest er wel wat voor over hebben, maar het werd wel vergoed hoor.”

Betaald voetbal

Van Dalfzen stond in de belangstelling bij andere clubs, maar bleef Sportclub Genemuiden trouw. “Ik had betaald voetbal kunnen spelen. PEC Zwolle en DOS uit Utrecht hadden belangstelling. Maar mijn vader en moeder wilden het niet hebben. Ze wilden niet dat ik op zondag ging voetballen. Ik heb er nooit spijt van gehad. Ik heb een mooie tijd gehad bij Sportclub Genemuiden.” Zijn neef Harm maakte wel de overstap naar het betaalde voetbal. “Hij is naar PEC Zwolle gegaan.”

Muziekinstrumenten

Een van de hoogtepunten was een wedstrijd in Spakenburg tegen IJsselmeervogels. “Ze dachten de buit al binnen te hebben in Spakenburg. De muziekinstrumenten hingen al in de wilgen”, blikt Jantje van Dalfzen terug. “Ze waren ervan overtuigd dat ze kampioen zouden worden, maar dat gebeurde niet”, vult Henk van Dalfzen aan. Sportclub Genemuiden won met 1-3 en de tegenstander droop af in eigen huis.

Doodlopen

Op 34-jarige leeftijd was het mooi geweest. Hij stopte met voetballen in het eerste elftal van Sportclub Genemuiden, evenals Willem van Dijk. Volgens Henk van Dalfzen was de jeugd aan zet. Achteraf vindt Van Dalfzen dat hij te vroeg is gestopt. “Ik had nog jaren meegekund.” Hij ging aan de slag als trainer bij Sportclub Genemuiden. Al snel bouwde hij een reputatie op. Jantje van Dalfzen. “Ik kreeg telefoontjes. Afmeldingen. ‘Ik ga niet trainen. Ik wil me niet doodlopen', kreeg ik dan te horen. Henk van Dalfzen vervolgt. “Als voetballer deed ik er zelf alles aan. Als trainer zag ik dat sommige jongens bij de trainingen er met de pet naar gooiden. Die had ik dan niet nodig. Maar ik kon toch goed met de jongens opschieten.” Henk van Dalfzen haalde ook als trainer het eerste elftal van Sportclub Genemuiden. Hij trainde Sportclub 1 twee seizoenen, maar moest toen plaatsmaken omdat hij niet de benodigde papieren had.”

Klasse hoger

De afgelopen jaren is het amateurvoetbal erg veranderd. “De voetballers krijgen nu geld en dat vind ik goed. Als je goed voetbal wilt zien, moet je een goed elftal hebben. Dan moet je maar wat meer betalen en echt goede spelers ophalen. Voetballers die een elftal kunnen leiden en een stuk of vijf eigen jongens. Want Sportclub Genemuiden hoort eigenlijk een klasse hoger te spelen.”

Ik heb nooit reserve gestaan. Dan zal ik het toch wel goed hebben gedaan